Een gezondheidsonderzoek naar de invloed van onze leefomgeving op de gezondheid van kinderen, maakt duidelijk dat een strenger beleid rond pesticiden een must is. Dat meldt VITO, de Vlaamse onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van duurzame ontwikkeling.
"Voor de tweede keer hebben 212 kinderen uit de gemeenten Dessel, Mol en Retie een bloed- en urinestaal laten onderzoeken in het kader van de '3xG-studie'", zegt Désirée De Poot van VITO. De studie, die in 2010 werd opgestart, heeft de 212 kinderen - die nu zeven jaar oud zijn - getest op de aanwezigheid van milieuvervuilende stoffen.
Uit de resultaten blijkt dat de kinderen in de betreffende gemeenten gemiddeld hogere waarden van pesticiden vertonen in vergelijking met andere Europese studies. Concreet gaat het om insecticiden die gebruikt worden in de maïs- en aardappelteelt, of in het huishouden. Daarnaast werd ook glyfosaat aangetroffen, een onkruidverdelger die sinds 2018 verboden is voor privégebruik in Vlaanderen, maar die nog gebruikt wordt in de land- en tuinbouw.
"Deze resultaten zijn een belangrijk signaal voor de overheid om verder werk te maken van een strenger beleid rond pesticiden", stelt VITO. "Ook voor arseen zien we opnieuw te hoge meetwaarden: 25 procent van de deelnemers overschrijdt een gezondheidskundige toetsingswaarde. Dat betekent dat gezondheidseffecten op lange termijn niet uit te sluiten zijn."
Voor de Kempen is de problematiek niet nieuw en ze werd eerder gelinkt aan het gebruik van grondwater, onder andere in de moestuin of voor consumptie. Naast historische industriële vervuiling komt arseen echter ook van nature voor in de Kempense bodem. "Daarom is het aanbevolen om putwater regelmatig te laten testen", raadt VITO aan.
Voor de meeste stoffen die werden gemeten blijven de kinderen in de studie wel onder de zogenaamde toetsingswaarden. "Maar naast arseen zien we een probleem voor pyrethroïde pesticiden: bij 51 procent van de kinderen uit de regio werd een concentratie gemeten boven de toetsingswaarde. Voor PFAS heeft ongeveer 7 procent van de kinderen een te hoge blootstelling."
De studie is nog niet ten einde en wordt uitgevoerd door VITO, het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) en de Universiteit Antwerpen, in opdracht van de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS). Het onderzoek wordt uitgevoerd als voorwaarde voor de berging van laag- en middelactief kortlevend afval in de Kempen.