In 2023 zijn er 240.833 dierproeven uitgevoerd in Vlaanderen: het laagste cijfer in tien jaar. Dat meldt Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA). "Vlaanderen wil ook in de afbouw van dierproeven een voortrekkersrol opnemen binnen Europa", zegt Weyts.
Het cijfer schommelt jaarlijks wel wat. Zo waren er in 2014 meer dan 280.300 dierproeven. Het jaar erna zakte het cijfer naar meer dan 241.200. In 2017 en 2018 groeide het aantal dan weer aan naar meer dan 260.000 proeven. Met iets meer dan 240.800 testen op dieren had 2023 het laagste aantal in tien jaar.
De Vlaamse regering wil het aantal dierproeven in de komende jaren verder terugdringen door te investeren in alternatieve methodes. Zo kan de KU Leuven rekenen op 160.000 euro steun voor de ontwikkeling en verspreiding van proeven met organoïden: kunstmatig gekweekte miniatuurorganen die gemaakt worden uit stamcellen. Concreet gaat het om verkleinde en vereenvoudigde versies van bijvoorbeeld een lever of een long, waar onderzoekers bijvoorbeeld nieuwe geneesmiddelen op kunnen testen.
"Zo kunnen we wetenschappelijke vooruitgang blijven boeken, zonder dat er steeds opnieuw en steeds meer dierproeven nodig zijn", klinkt het.
