Bariatrische chirurgie  heeft een positieve impact op de beroepsactiviteit van mensen die de ingreep hebben ondergaan. Dat blijkt uit onderzoek van het Intermutualistisch Agentschap (IMA) in samenwerking met het UZ Leuven. Bij een bariatrische ingreep wordt de maag verkleind of een deel van de spijsvertering omgeleid, wat leidt tot een aanzienlijk en blijvend gewichtsverlies.

Het gaat om een nationale retrospectieve studie van het IMA en UZ Leuven, op basis van data van het IMA over werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Van 16.276 personen tussen 25 en 55 jaar, die in 2014-2015 een bariatrische ingreep ondergingen, werd de tewerkstellingsstatus geanalyseerd in de periode van twee jaar voor en drie jaar na de ingreep.  

Uit die analyse blijkt dat er drie jaar na de ingreep meer patiënten zijn bij wie de beroepsactiviteit is gestegen dan patiënten waarbij dit is gedaald. "Het percentage patiënten zonder dagen werkloosheid of arbeidsongeschiktheid stijgt van 49,7 procent twee jaar voor de ingreep tot 61,2 procent drie jaar na de ingreep", klinkt het. 

Bij 12,3 procent van de bestudeerde patiënten daalde de inactiviteit op jaarbasis met meer dan 6 maanden. Van de patiënten die volledig inactief waren en geen recht op werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen hadden - 9,1 procent van de bestudeerde patiënten - had 20,9 procent drie jaar na de ingreep een beroepsactiviteit.

In België worden bariatrische ingrepen terugbetaald voor volwassenen met een BMI van minstens 40, of bij een BMI van minstens 35 voor patiënten die lijden aan diabetes type 2, therapieresistente hoge bloeddruk of obstructieve slaapapneu, brengt het IMA nog in herinnering. Sinds de terugbetaling is ingevoerd in 2007, ondergingen tot 2020 zowat 145.470 patiënten de ingreep.

Het IMA en het UZ Leuven wijzen ook op enkele beperkingen van de studie. Voor de patiënten in het onderzoek zijn er zo geen gegevens beschikbaar over het voorkomen van aan obesitas gerelateerde aandoeningen, zoals diabetes en hoge bloeddruk, en een metabool syndroom, een combinatie van verschillende stofwisselingsproblemen. "We kunnen dus niet achterhalen hoe deze evolueerden na de ingreep en wat de impact ervan was op de activiteit", aldus het IMA.

Tot slot was er ook geen informatie over de reden waarom de onderzochte personen niet konden werken. "Daarnaast zou het interessant zijn om meer in detail te onderzoeken wanneer de patiënt opnieuw aan de slag ging en of dit voltijds of deeltijds was", klinkt het nog.

> Steeds minder bariatrische ingrepen