Kamerlid Barbara Pas (Vlaams Belang) diende afgelopen woensdag een resolutie in om de zogenaamde 'intra-Belgische transfers' van Vlaanderen naar Wallonië te stoppen. De kans is klein dat ze wordt goedgekeurd, maar de argumentatie is alleszins de moeite waard.
Met de resolutie begeeft Pas zich op het terrein van N-VA dat dit thema al jaranlang geleden claimde maar waarvan het Vlaams profiel intussen flink is afgezwakt na deelname aan de federale regering Michel (waarbij de Vlaamse eisen in de koelkast geplaatst werden ten voordele van het economische programma).
Volgens Pas “schenkt” iedere werkende Vlaming jaarlijks ruim 4.300 euro aan Wallonië. Of: om de vijftien jaar werken de Vlamingen een volledig jaar onbetaald in dienst van de Walen. Of nog: een gemiddeld Vlaams gezin met twee kinderen ziet elk jaar opnieuw 8.000 euro wegvloeien naar het zuiden van dit land.
Wat bij Pas weinig te maken heeft met gezonde solidariteit, maar eerder misbruik van solidariteit. Na een definiëring van het begrp 'transfers' geeft ze aan welke kanalen die volgen in ons land: via de federale begroting (ongelijkmatige inning belastingen en ongelijkmatige herverdeling); via de sociale zekerheid; en via de financiering van de deelstaten (Bijzondere Financieringswet en 'solidariteitsmechanismen').
Deze drie transfermechanismen worden vaak de “traditionele” transfers genoemd en zijn algemeen aanvaard.
Vierde soort: de rentelasten
Een vierde soort is de interregionale transfer, aldus Pas, ontstaat bij de betaling van rentelasten over de landelijke schuld. "Over deze “rentetransfer” is jarenlang een levendige academische en politieke discussie gevoerd, zelfs tussen professoren van eenzelfde universiteit. Vandaag worden de rentetransfers echter internationaal wetenschappelijk erkend als een vierde transfer." De landelijke schuld is weliswaar al meegeteld in de transfers langs uitgavenzijde, maar de rentebetaling is dat niet en vormt dus geen dubbeltelling.
Ze ontkracht ook de mythe van de “omgekeerde transfers”, op zich geen nieuw betoog. Langs Franstalige kant wordt intussen immers erkend dat de welvaartsoverdracht van Vlaanderen naar Wallonië een realiteit is. Maar, zo wordt er vaak aan toegevoegd, in vroegere tijden, in de negentiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw, was Vlaanderen arm en Wallonië rijk en stroomden de transfers in de omgekeerde richting van Wallonië naar Vlaanderen. "Deze stelling is evenwel een doelbewuste leugen of minstens een mythe", waarmee ze verwijst naar het welbekende wetenschappelijk onderzoek van professor Juul Hannes.
"Zelfs in tijden van hongersnood ingevolge de aardappelcrisis van 1845-1848, toen er meer dan vijftigduizend Vlamingen stierven, bleef de Belgische fiscus Vlaanderen zwaarder belasten dan Wallonië en werden er minder overheidsuitgaven gedaan in het Vlaamse landsgedeelte dan in het Waalse."
Vervolgens weidt het Vlaams-Belangkamerlid uit over de manieren waarop transfers worden berekend: de “inkomstentoets” en de “bevolkingstoets”. Bij de inkomstentoets gaat het over objectieve geldstromen, bij de bevolkingstoets over herverdeling.
Belgisch cement
Ze verwijst naar talrijke uitspraken van Franstalige politici die de transfers aanhalen om de eenheid van het land te garanderen. "Het eerlijkst en duidelijkst was voormalig PS-minister Laurette Onkelinx, wanneer die in 2010 tijdens de regeringsonderhandelingen liet optekenen: “We willen de Belgische koe nog tien jaar melken en het karkas mag je houden. Dat is de prijs van de vrijheid.” Recent (2022) lieten de PS-kopstukken Paul Magnette en Thomas Dermine optekenen dat de geldstromen uit Vlaanderen naar hun landsgedeelte “verwaarloosbaar klein” zijn. Waarom ze dan zo halsstarrig blijven vasthouden aan die “verwaarloosbare” transfers is dan ook een raadsel, aldus Pas.
De transfers zijn volgens haar geen win-winsituatie, zoals de belgicisten ons trachten wijs te maken, maar eerder een lose-losesituatie. Vlaanderen verliest, maar ook Wallonië verliest, want – zoals ook uit alle internationale studies blijkt – wiegen transfers achtergestelde gewesten in slaap, omdat ze de noodzaak wegnemen om het falend regionale sociaaleconomisch beleid inzake arbeidsmarkt, economische ontwikkeling, gezondheidszorg of onderwijs om te gooien.
"In 2005 toonde senator Alain Destexhe (MR) in zijn boek “La Wallonie: la vérité des chiffres” aan dat Wallonië er ondanks alle inspanningen op economisch vlak beroerd aan toe is. Het werd hem niet in dank afgenomen. Hij werd in Franstalig België uitgespuwd als “nestbevuiler”. Enkele maanden later werd het discours van Destexhe echter bevestigd door vooraanstaande Waalse economen", argumenteert Pas.
Transfers oost en west in plaats van noord en zuid?
Nog een argument tegen dat vaak wordt aangehaald vanuit het zuiden: er zijn ook Vlaamse provincies die transfers ontvangen (namelijk Limburg en West-Vlaanderen) en er is zelfs een Waalse provincie is die transfers betaalt (namelijk het “rijke” Waals-Brabant). "Maar de miljoenen die naar Limburg en West-Vlaanderen vloeien, zijn vergelijkbaar met Namen en Luxemburg en slechts peanuts in vergelijking met de miljarden die stromen naar Henegouwen en Luik. En de transfer vanuit Waals-Brabant is veel kleiner dan de transfers vanuit de Vlaamse provincies Vlaams-Brabant, Oost-Vlaanderen of Antwerpen."
"Maar belangrijker dan de cijfers is het feit dat die interprovinciale transfers niet het gevolg zijn van een ander provinciaal beleid of een andere provinciale toepassing van het federale beleid. De provincies hebben amper bevoegdheden!", luidt het nog.
Verder noemt ze 'een dooddoener' dat de relatieve omvang van de Vlaams-Waalse transfers vergelijkbaar zou zijn met de transfers in andere Europese landen. "Dat is werkelijk appelen met peren vergelijken. Wallonië bevindt zich in het hart van Europa. In een straal van amper 500 kilometer is het omgeven door de rijkste regio’s met de meest koopkrachtige bevolking. Hoe kan Wallonië dan in alle ernst vergeleken worden met perifere regio’s in Zweden en Finland tegen de Noordpoolcirkel?"
Oplossing
De oplossing is zo klaar als een klontje volgens Barbara Pas: "Aangezien de interregionale geldstromen in hoofdzaak via de federale inkomsten en de sociale zekerheid vloeien, vallen zij vanzelf droog wanneer de deelstaten volledig bevoegd worden voor de belastingen en de sociale zekerheid."
Haar resolutie krijgt de steun van haar partijgenoten Tom Van Grieken, Ellen Samyn, Dominiek Sneppe en Katleen Bury, maar het valt te betwijfelen dat ze een meerderheid vindt in de Kamer. Alleszins plaatst ze zo mee de splitsing van de sociale zekerheid op de agenda en dat is wellicht de bedoeling nu de verkiezingen langzamerhand dichterbij komen.