In 2017 moesten tien ziekenhuizen een vergoeding betalen als onderdeel van de referentiebedragen. Maggie De Block geeft de lijst vrij.
Sinds 2009 zijn "referentiebedragen" berekend om ongerechtvaardigde uitgavenverschillen tussen ziekenhuizen weg te nemen. Ziekenhuizen die 10% meer uitgeven dan het nationale gemiddelde, moeten geld terugbetalen. "Het referentiebedrag is de standaard waarmee het ziekenhuis vergeleken wordt. Dat gemiddelde wordt berekend per pathologie, naar ernstgraad en per prestatiegroep. Alleen de kosten die vallen onder de zorgverzekering worden in rekening gebracht ", aldus het Riziv.
In de Kamer gaf gezondheidsminister Maggie De Block de lijst nu vrij in antwoord op een schriftelijke vraag. De lijst bevat ziekenhuizen die in 2017 moeten overgegaan tot terugbetalingen voor een totaal van 2.137.542 miljoen (zie tabel ) binnen de referentiebedragen: "Op dit moment gingen alle ziekenhuizen op de lijst over tot de terugbetaling, uitgezonderd het Saint Vincent - Ste. Elizabeth ziekenhuis in Rocourt, het AZ Sint-Blasius in Dendermonde en les cliniques Saint-Joseph in Luik." Ter herinnering, in 2016 ging het om 1.227.980 euro en het betrof de volgende ziekenhuizen: UZ Sint-Pieters (169.122), Brugmann (295.065), Iris Zuid Ziekenhuizen (243.831), de vzw Europaziekenhuizen ( 266.096), het AZ Lokeren (85.219) en het St. Vincent - Ste. Elisabeth in Rocourt (166.402). Ze betaalden allemaal het verschuldigde bedrag.
De liberale minister liet weten dat het te betalen bedrag volgens de referentiebedragen wordt berekend op basis van 34 ziekten (APRDRG), twee ernstgraden en drie soorten prestaties. Voor elk van de 113 betrokken ziekenhuizen zijn er 204 combinaties waarvoor elk ziekenhuis onder of boven het referentiebedrag zou kunnen liggen.
Waar vloeit dat terugbetaalde geld naartoe? "De regering besloot met die bedragen het ‘toekomstfonds voor de gezondheidszorg’ spijzen." Doel van dit fonds is om de nodige investeringen te doen om het gezondheidszorgsysteem aan te passen aan de vergrijzing van de bevolking", preciseert het Riziv.
Naam |
Gewest/regio |
Statuut |
Bedrag in euro |
UZ Sint-Pieter |
Brussel |
Publiek |
185.783,22 |
C.H. Sint-Vincent – Ste Elisabeth |
Wallonië |
Privé |
158.781,23 |
Cliniques de l’Europe |
Brussel |
Privé |
305.043,30 |
Kliniek Sint-Jan |
Brussel |
Privé |
213.954,87 |
AZ Sint-Blasius |
Vlaanderen |
Privé |
254.290,29 |
Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo |
Vlaanderen |
Privé |
144.367,86 |
Les cliniques Saint-Joseph |
Wallonië |
Privé |
359.062,22 |
Centre hospitalier Régional de Namur |
Wallonië |
Publiek |
171.580,73 |
Clinique André Renard |
Wallonië |
Privé |
73.379,62 |
Association Hosp. C.H.U. Brugmann |
Brussel |
Publiek |
271.298,98 |