Op het assisenproces tegen Pieter Platteeuw (37) heeft openbaar aanklager Maarten Ampe de akte van beschuldiging voorgelezen. De Lauwenaar moet zich verantwoorden voor gifmoord op zijn partner Dana Van Laeken (36). Het slachtoffer kreeg in oktober 2018 giftige zaden van de wonderboom toegediend.
Dana Van Laeken werd op 12 oktober 2018 met ernstige maag- en darmklachten opgenomen in het AZ Groeninge in Kortrijk. In de loop van de volgende nacht overleed het slachtoffer op de dienst intensieve zorg. Het leek om een natuurlijk overlijden te gaan, maar binnen het ziekenhuis werd toch een onderzoek gevoerd naar de precieze doodsoorzaak. De artsen stapten op 30 november 2018 naar de politie toen bleek dat de vrouw om het leven kwam door de inname van ricinuszaden, afkomstig van de wonderboom.
Ruim twee weken later werd de partner van het slachtoffer een eerste keer verhoord. Pieter Platteeuw verklaarde dat zijn vriendin al een drietal weken last had van diarree en braken. Daarnaast opperde de beschuldigde dat Van Laeken mogelijk zelfmoord had gepleegd, omdat ze soms zou kampen met neerslachtige periodes. Naar eigen zeggen had hij enkele maanden eerder op vraag van zijn vriendin wonderbonen gekocht via internet. De zaden werden geplant om hun buxushaag te vervangen.
Tijdens de daaropvolgende huiszoeking werd de gsm van Platteeuw in beslag genomen. Daaruit bleek dat hij de avond van haar dood nog berichten stuurde naar het slachtoffer. Zo wenste hij haar een goede nacht zonder buikpijn toe. "Hij eindigt het gesprek met te zeggen dat hij haar pijn zou willen afnemen", klonk het in de akte van beschuldiging. Uit eerdere berichten bleek echter dat er vaak conflicten waren, vooral over de kinderen uit de vorige relatie van de beschuldigde.
Verdachte elementen
Verder onderzoek bracht enkele verdachte elementen aan het licht. Een week voor haar overlijden deed Platteeuw opzoekingen over zelfmoord en schuldsaldoverzekering, terwijl hij met meerdere tuincentra in contact stond voor de aankoop van ricinuszaden. Voor en na de feiten zocht de beschuldigde ook duidelijk contact met twee andere vrouwen. In een mail had hij aan een van hen in augustus 2018 zelfs al zijn liefde verklaard. "Ik heb een besluit genomen en tegen eind dit jaar zal er veel veranderen", schreef hij naar de andere vrouw. Amper drie dagen na het overlijden belde hij ook naar drie escortes.
Platteeuw werd op 28 februari 2019 aangehouden door de onderzoeksrechter, maar bleef zijn betrokkenheid bij de gifmoord ontkennen. Opnieuw suggereerde hij dat Van Laeken zelfmoord had gepleegd, bijvoorbeeld door de ricinuszaden door haar yoghurt te mengen. Eind mei 2019 legde de beschuldigde alsnog bekentenissen af. Hij legde uit hoe hij de ricinuszaden eerst in kleine stukjes sneed en daarna door het eten van zijn partner mengde. Het ging om twee à drie bonen per maaltijd. Dat gebeurde om de drie à vier dagen, ongeveer vijf keer in totaal. Tegen ricine bestaat geen tegengif.
De beschuldigde verklaarde dat hij zijn partner in het belang van de kinderen had omgebracht. Naar eigen zeggen nam hij in september 2018 de beslissing toen ze hun dochter fysiek had aangepakt. Platteeuw had eerder al aangegeven dat Van Laeken ook tegen zijn zonen geweld had gebruikt. Later stelde de Lauwenaar dat hij zelf ook jarenlang mishandeld werd door zijn vriendin.
Na zijn bekentenissen begon Pieter Platteeuw spontaan te vertellen tijdens zijn overbrenging naar de gevangenis van Ieper. Hij vertelde aan de inspecteurs dat hij op het hof van assisen een veroordeling tot acht of negen jaar cel verwachtte. Ook na de wedersamenstelling speculeerde hij al over de strafmaat. "Hij kon leven met elke gevangenisstraf onder de twintig jaar", klonk het in de akte van beschuldiging. Platteeuw hoopte tevergeefs om voor zijn proces met een enkelband vrijgelaten te worden.
Pieter Platteeuw kwam eerder al met het gerecht in aanraking. In november 2014 werd hij door de correctionele rechtbank van Ieper veroordeeld tot een geldboete voor drie diefstallen in de brandweerkazerne van Wervik. Op het moment van de feiten was de beschuldigde als brandweerman aan de slag op de luchthaven van Oostende.