Vandenbroucke opnieuw Volksgezondheidsminister

Frank Vandenbroucke wordt opnieuw vicepremier voor Vooruit en minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken.

Frank Vandenbroucke (°21/10/1955) wordt opnieuw minister voor Vooruit in de federale regering. In tegenstelling tot een dikke vier jaar geleden is zijn terugkeer nu geen verrassing: Vandenbroucke liet de afgelopen jaren meermaals uitschijnen dat zijn werk op Volksgezondheid niet in één regeerperiode kon worden geklaard, en mag er nu dus nog een legislatuur aan breien.

"He's back, bitches." In zijn geheel eigen stijl kondigde de voorzitter van wat toen nog sp.a heette Conner Rousseau in oktober 2020 de terugkeer aan van Frank Vandenbroucke naar de politiek. Vandenbroucke had diezelfde politiek in 2011 verlaten om zich voluit te concentreren op de wetenschap en zijn academische carrière. 

Frank Vandenbroucke studeerde economie in Leuven en Cambridge. Zijn politieke loopbaan startte op de studiedienst van de SP. Tussen 1985 en 1996 zetelde hij in de Kamer. Hij voerde zijn eerste campagne onder het motto "Franky goes Brussels".

Tussen 1989 en 1994 was hij voorzitter van de toenmalige SP. In oktober 1994 volgde hij Willy Claes op als minister van Buitenlandse Zaken, die secretaris-generaal van de NAVO werd. In maart 1995 nam hij als gevolg van de Agusta-affaire ontslag. Vandenbroucke, een van de grondleggers van de nieuwe partijfinanciering, struikelde over het feit dat hij aan het begin van zijn voorzitterschap de opdracht zou hebben gegeven geld van een - toen onbekende - bestemming te verbranden.

In 1996 nam Vandenbroucke ontslag uit de Kamer en trok hij zich voor de eerste keer terug uit de politiek. Hij ging twee jaar rond opvattingen over sociale rechtvaardigheid doctoreren aan de universiteit van Oxford. Daar kwam hij ook in contact met het gedachtengoed van de Britse premier Blair. Hij kwam terug in de politiek met een goede score bij de Europese verkiezingen in 1999.

Na die verkiezing zette Vandenbroucke mee de paars-groene regering in de steigers. Samen met de toenmalige liberale premier Guy Verhofstadt was hij bij de start van die regering één van de vurige verdedigers van het concept "actieve welvaartsstaat". Als minister van Sociale Zaken kwam hij regelmatig in aanvaring met de artsenverenigingen. Hij slaagde er niettemin in een forse inhaalbeweging te realiseren op de begroting van de gezondheidszorg.

Na de federale verkiezingen in mei 2003 nam hij de portefeuille van Werk over van PS'ster Laurette Onkelinx. Op dat departement kwam hij regelmatig in botsing met de PS onder meer over de dienstencheques en de controle op werklozen.

In 2004 stapte Vandenbroucke over naar de Vlaamse regering, waar hij viceminister-president werd, bevoegd voor Werk en Onderwijs. Als doordrijver zette hij heel wat onderwijshervormingen in gang, soms tot wanhoop van het onderwijsveld. Hij was bijvoorbeeld de geestelijke vader van de maximumfactuur in het basisonderwijs.

De coalitiepartners van Vandenbroucke apprecieerden diens dossierkennis en gedrevenheid, maar stoorden zich vaak aan het belerende kantje van de "professor". Ook binnen zijn eigen partij was Vandenbroucke niet altijd geliefd. Hij had al eens gedreigd met ontslag uit de Vlaamse regering en ook een vrije tribune waarin hij kritiek uitte op het federale beleid met de socialisten aan boord, werd slecht verteerd. Tegen alle verwachtingen in duidde partijvoorzitster Gennez Vandenbroucke in 2009 niet aan als minister in de Vlaamse regering-Peeters II.

Bij de verkiezingen van 2010 haalde hij als lijstduwer op de Senaatslijst een pak voorkeurstemmen en raakte dus ook verkozen. Maar een jaar later kondigde hij aan de actieve politiek te verlaten. De jaren nadien kwam hij nog in het nieuws als expert binnen de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040. De regering-Michel baseerde zich voor haar pensioenplannen deels op het eindrapport van die commissie.

Vandenbroucke gaf wel aan dat hij steeds voor advies beschikbaar zou blijven voor zijn partij. Conner Rousseau, die sinds 2019 aan het roer staat van de partij, consulteerde hem geregeld en loodste hem in oktober 2020 in de Vivaldi-regering als vicepremier voor wat nu Vooruit heet. 

Aan dadendrang opnieuw geen gebrek. Vandenbroucke moest zich net als de andere regeringsleden in de eerste jaren van de legislatuur volop op de bestrijding van het coronavirus toeleggen. Onder zijn impuls kwam er een coronabarometer en werd er meer ingezet op ventilatie in binnenruimtes. 

Nadien haalde hij de angel uit een jarenlang aanslepend communautair conflict: ook de Franstalige gemeenschap houdt zich voortaan aan een numerus clausus in de artsenopleiding en organiseert een bindend toelatingsexamen. 

Vandenbroucke bond de afgelopen jaren de strijd aan met buitensporige supplementen in de gezondheidszorg. Voor zware medische beeldvorming zijn die sinds kort verboden, al is het ongewenste neveneffect dat patiënten zonder het goed en wel te beseffen vaker buiten de normale kantooruren onder de scanner belanden, wanneer supplementen wel nog mogen. De Vooruit-vicepremier breidde ook het rookverbod verder uit. 

Op het einde van de legislatuur nam Vandenbroucke de bevoegdheden Ontwikkellingssamenwerking en Grootstedenbeleid nog over van Caroline Gennez, die minister werd in de nieuwe Vlaamse regering. In die hoedanigheid kreeg hij de aanhoudende crisis in het Midden-Oosten en het uitdeinende geweld in het oosten van Congo nog op het bord.

Vandenbroucke kwam de afgelopen jaren ook wel eens negatief onder de aandacht. Zo wilde hij een aantal mails uit de coronaperiode niet vrijgeven en kwam het tot een open oorlog met vaccinverdeler Medista, die een controversieel Israëlisch privédetectivebureau inschakelde om een ambtenaar van de federale overheidsdienst Volksgezondheid in de val te lokken. In de zomer van 2023 was er sprake van een "fysiek incident" met Open VLD-vicepremier Vincent Van Quickenborne in het kernkabinet, al was daar volgens ingewijden eigenlijk niet zo heel veel aan de hand. 

In elk geval maakte de Vooruit-vicepremier de afgelopen jaren meermaals duidelijk dat zijn werk op Volksgezondheid nog niet af was en hij graag een vervolg aan zijn mandaat wilde breien. Zo nam hij zich voor om de ziekenhuisfinanciering grondig te hervormen, maar dat lukte vooralsnog niet.

Georges-Louis Bouchez (MR) wordt minister van Binnenlandse Zaken, Vincent Van Peteghem (cd&v) van Begroting en Annelies Verlinden (cd&v) van Justitie.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Leen Verlinden

    02 februari 2025

    Dit feestje gaat gewoon door, dit hou je toch niet voor mogelijk ! Een beschamende vertoning!