Tegenwoordig liggen de verwachtingen van patiënten tegenover de begeleidingsdiensten in de apotheek zeer hoog en dat blijkt ook uit tal van enquêtes. Een onderzoek uitgevoerd midden 2015 door Les Echos Etudes over de digitalisering van de apotheek bevestigt dat apothekers hun dienstenaanbod moeten uitbreiden. De patiënt verwacht in de eerste plaats een persoonlijke opvolging en tijdsbesparende diensten. Er komen ook steeds meer initiatieven die apothekers helpen te voldoen aan deze nieuwe verwachtingen. Waaronder: de geconnecteerde objecten en de mobiele gezondheidsapplicaties. De digitale revolutie in de gezondheidszorg wordt echter aangestuurd door actoren die niets te maken hebben met deze sector. Google, Apple, Facebook, Amazon – de vier reuzen van het web uit de VSA – nemen de grootste plaats in op deze markt. En van hun projecten sta je versteld: geconnecteerde armbanden, nanopartikels geïnjecteerd in het bloed die biochemische parameters meten, intelligente lenzen voor diabetici, kleine lepeltjes voor parkinson… De gezondheidswerkers moeten hierbij betrokken worden want het belangrijkste bewijs dat de digitalisering deel uitmaakt van ons dagelijkse leven is de patiënt. Hij is geconnecteerd, geïnformeerd, zoekt informatie over zijn symptomen voor en na zijn doktersbezoek, maakt gebruik van een horloge of een armband om zijn dagelijkse activiteit te registreren, of bepaalde biochemische gegevens na te kijken. Ook is de patiënt gepassioneerd door nieuwe technologieën die zijn welzijn bevorderen.
Lieven Zwaenepoel, voorzitter van de APB, moedigt ons aan om deze markt van de geconnecteerde objecten te veroveren. Volgens voorspellingen zal hun aantal toenemen van 15 miljard vandaag naar minstens 50 miljard tegen 2020. Op dit ogenblik worden de meeste van deze objecten niet aangekocht in de apotheek. Nochtans zou het logisch zijn dat deze nieuwe geconnecteerde objecten bestemd voor hygiëne en gezondheid verkocht worden door professionelen in gezondheidszorg.
Het is aan de apotheker om deze markt die hem nu grotendeels ontglipt, te veroveren. Internet en al zijn applicaties zullen nooit de gezondheidswerkers kunnen vervangen. Eenvoudigweg omdat hoe meer informatie patiënten krijgen, hoe meer behoefte ze hebben om deze te begrijpen!
Blijft de vraag van de big data, deze digitale megagegevens waarvan de toepassingen onbeperkt lijken, gedeeltelijk aangeleverd door het gebruik van geconnecteerde objecten op de computer. De vertrouwelijkheid van deze gegevens is niet echt gegarandeerd aangezien de vele gebruikers, meestal, niet de algemene verkoops- en gebruiksvoorwaarden lezen van de applicatie die ze hebben gekocht. Niets weerhoudt op een dag een ziekenfonds om deze gegevens over te kopen en te gebruiken om individuele contracten aan te passen, bijvoorbeeld in functie van de lichaamsbeweging van de begunstigde of de evolutie van zijn lichaamsgewicht. De bescherming van big data, en in het bijzonder patiëntengegevens, is een prioriteit. Het garanderen van vertrouwelijke gezondheidsinformatie is dat ook.
Net als alle andere sectoren van de economie, moet de apotheek zich aanpassen aan de digitale evolutie. Ik denk dat dit een absolute must is. Wij moeten ons toeleggen op een reeds zeer concurrentiële markt. Maar laten we ons doel niet uit het oog verliezen. Deze objecten zijn er in de eerste plaats om de patiënt en zijn behandeling beter te begeleiden. Wij hebben een belangrijk voordeel op al onze concurrenten: wij verkopen niet alleen een object, maar wij bieden een service die men farmaceutische opvolging noemt. Aan ons nu om de stap naar innovatie te zetten…
Online enquête uitgevoerd door Les Echos Etudes en Le Terrain bij een steekproef van 1.002 representatieve personen voor de Franse bevolking, juli 2015.