Patiënten die een app gebruiken, zijn meer betrokken bij hun zorgbehandeling. Dat leert minister van Volksgezondheid Maggie De Block uit een eindevaluatie van 24 proefprojecten m-health. Een conclusie die samenvalt met een eerdere tussentijdse evaluatie. Wel gaat het niet om klinische evidentie. Bij de helft van de projecten bleek ook sprake van belangrijke gezondheidseconomische voordelen.
Gezondheidsapps op de smartphone bleven lang beperkt tot hartslagmeters of slaapmonitors, maar door de technische mogelijkheden worden ze steeds geavanceerder. De Block kondigde onlangs aan dat er een evaluatiepiramide komt voor medische apps. Die moet helpen beoordelen of een bepaalde app een toepassing kan krijgen in de reguliere gezondheidszorg.
"App alleen maakt het verschil niet"
"Iedereen begrijpt waarom een app een nuttig hulpmiddel kan zijn in de zorg. Maar een app alleen maakt het verschil niet", waarschuwt minister De Block. "Het gebruik ervan moet passen in een brede zorgaanpak, uitgetekend door onze zorgverleners." Uit de evaluatie bleek dan ook dat de beste projecten diegene waren waarin iedereen vertegenwoordigd was: patiënten, zorgverleners, het management van de zorgorganisatie en de industriële partner.
Verhoogde betrokkenheid
Een grote troef is het extra comfort dat de apps kunnen bieden, zowel aan patiënten als zorgverleners. Voorwaarde is wel dat de toepassing veilig en gebruiksvriendelijk is. Belangrijk is ook de verhoogde betrokkenheid. Patiënten die een app gebruiken, volgen hun behandeling beter op. Bovendien voelen ze zich veilig en beter ondersteund, omdat een zorgverstrekker vanop afstand mee kan volgen.
Gezondheidseconomische voordelen, maar geen klinische evidentie
Apps kunnen ook tot gezondheidseconomische voordelen leiden. Dat bleek in de helft van de projecten. Zo nam het aantal ongeplande consultaties af, daalden de ligdagen in het ziekenhuis, kon de medicatie beter worden afgestemd, traden er minder spoedsituaties op en verminderde het aantal complicaties.
De minister merkt op dat de pilootprojecten niet tot doel hadden klinische evidentie te verzamelen. Daarvoor was de proefperiode van zes maanden ook al te kort.
Zorgverleners cruciaal
Twee projecten werden door de zorgverleners on hold geplaatst omdat de patiënten mogelijk een risico liepen. Het was bijvoorbeeld niet duidelijk voor welke patiënt een alarm binnenliep. Het bevestigt voor de minister dat zorgverleners cruciaal zijn om het gebruik van technologie in de zorg in goede banen te leiden.
Lees ook :