Sinds 21 januari kunnen de eerste patiënten van Europese lidstaten met hun elektronisch voorschrift van hun arts terecht in apotheken van een andere lidstaat van de Europese Unie. Voorlopig gaat het om niet meer dan twee lidstaten, maar tegen eind 2019 zouden tien andere lidstaten, waaronder België, volgen.

De Europese Unie lanceerde deze maand het elektronisch voorschrift dat gebruikt kan worden in andere lidstaten van de Unie. Vandaag kan een Finse patiënt naar een apotheek gaan in Estland om geneesmiddelen aan te schaffen met een elektronisch voorschrift van zijn arts in Finland. Het initiatief blijft voorlopig beperkt tot Finland en Estland, maar zou tegen 2021 uitgebreid worden naar een twintigtal andere lidstaten.

Naar een Europees EMD-formaat

De eerste stap wordt toegejuicht door Andrus Ansip, Europees commissaris en ondervoorzitter van de #DigitalSingleMarket. “Finland en Estland verdienen felicitaties omdat ze de weg tonen voor samenwerking tussen staten in eHealth. Ik hoop dat andere landen hun voorbeeld snel zullen volgen. Mensen moeten hun elektronische voorschriften grensoverschrijdend kunnen gebruiken. Vrij verkeer is een grondbeginsel van de EU: we moeten het zo eenvoudig mogelijk maken dat iemand in een ander EU-land wordt behandeld of geneesmiddelen aanschaft. De volgende belangrijke stap zal zijn om de toegang van patiënten tot hun eigen gezondheidsgegevens te vereenvoudigen door een gemeenschappelijk formaat te ontwikkelen voor de uitwisseling van elektronische medische dossiers tussen EU-landen.” Daarom zal de Europese Commissie binnenkort een aanbeveling voorstellen voor een Europees formaat voor de uitwisseling van elektronische medische dossiers.

In 2011 namen de Europese instellingen een Europese richtlijn aan die de continuïteit van de zorg van Europese burgers garandeert over de grenzen heen. Die richtlijn biedt lidstaten de mogelijkheid om gezondheidsgegevens uit te wisselen op een veilige en doeltreffende manier.

Volgende etappes

22 EU-lidstaten maken deel uit van de eHealth Digital Service Infrastructure en zouden tegen eind 2021 elektronische voorschriften en dossiers moeten kunnen uitwisselen. Tien lidstaten (Finland, Estland, Tsjechië, Luxemburg, Portugal, Kroatië, Malta, Cyprus, Griekenland en België) zouden tegen eind 2019 met deze uitwisselingen kunnen beginnen.