Verplicht elektronisch voorschrift voor geneesmiddelen en zorg: uitgesteld tot 2020 met wettelijke uitzonderingen

Het werd bevestigd door het Verzekeringscomité: het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen aan ambulante patiënten wordt verplicht vanaf 1 januari 2020. Er zijn wel uitzonderingen, waaronder situaties waarin men – wegens overmacht – terug kan vallen op het papieren voorschrift. Die situaties en de voorwaarden worden gedetailleerd in een ‘noodprotocol voor elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen voor ambulante patiënten’. De volledige dematerialisatie van het zorgvoorschrift (voorzien in 2019) zal ook begin 2020 in voege treden.

De voorziene uitzonderingen worden behouden. De verplichting geldt dus niet wanneer het voorschrift gemaakt wordt buiten de artsenpraktijk, bijvoorbeeld op huisbezoek of in rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen. De verplichting geldt ook niet voor voorschrijvers die de leeftijd van 64 jaar hebben bereikt op 1 januari 2020, zoals voorzien werd door het kabinet van minister De Block.

De plicht valt ook weg in geval van overmacht in geval van technische  – elektronische – problemen. Het Riziv publiceerde begin deze week een ‘noodprotocol voor elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen voor ambulante patiëntenwaarin verschillende situaties beschreven worden.

De eerste situatie is die waarin een voorschrijver in het kader van dringende medische hulp “die ontegensprekelijk noodzakelijk is”, een geneesmiddel moet voorschrijven maar op dat ogenblik geen toegang heeft tot een softwareprogramma of een informaticasysteem dat toelaat om een elektronisch voorschrift te maken.

Een tweede situatie is die waarin een tweevoudige authenticatie van de voorschrijver niet mogelijk is (op basis van een eHealth-certificaat en een eID-kaart of Itsme. “In dat geval kan de voorschrijver terugvallen op de authenticatie met het paswoord van zijn certificaat (de zogenaamde ‘fall back’ procedure”, aldus het Riziv. “Indien de voorschrijver problemen ondervindt met het eHealth-certificaat, neemt hij in eerste instantie contact op met het eHealth contactcenter”. Als de technische problemen ondanks alles aanhouden, dan kan de arts uitzonderlijk een papieren voorschrift maken.  

Een derde situatie is die van patiënten zonder INSZ (of bis-nummer): een Belgische patiënt zonder INSZ (of bis-nummer) zoals bijvoorbeeld een pasgeborene, een buitenlandse patiënt zonder INSZ (of bis-nummer), een toerist, vluchteling, asielzoeker,....

Daarna volgt de grote groep van problemen waar nogal wat artsen zich aan ergerden, onder meer afgelopen zomer: aanhoudende dysfuncties (het protocol heeft het over ‘aanhoudende technische problemen’ en de ‘onbeschikbaarheid van de eHealth-basisdiensten’. In die gevallen raadt het Riziv aan “in eerste instantie contact op met de helpdesk van uw softwareleverancier” en pas daarna een beroep te doen op het eHealth contactcentrum.

Het protocol maakt ook melding van een aantal andere situaties zoals voorschriften voor het personeel van Defensie en de Federale politie en voorschriften die in het buitenland opgesteld worden.

Op de site van Recip-e staat overigens te lezen dat “de volledige dematerialisatie van de zorgvoorschriften (gepland voor juni 2019) begin januari 2020 van kracht wordt. Deze datumwijziging moet toelaten om de platformen van de betrokken diensten permanent te stabiliseren.”

> Meer informatie vindt u op de site van het Riziv

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.