Het farmaceutisch bedrijf BioMarin moet verder het medicijn Vimizin leveren aan de vijfjarige Valentina, een meisje dat lijdt aan het uiterst zeldzame syndroom van Morquio. Dat heeft de kortgedingrechter beslist.
Het bedrijf stelde het geneesmiddel sinds maart vorig jaar gratis ter beschikking, maar besliste daar in februari mee te stoppen. Volgens zijn advocaten kon BioMarin niet verplicht worden het middel verder gratis te leveren omdat het beschikbaar zou zijn op de Belgische markt, maar daar heeft de rechter nu anders over geoordeeld. De rechtbank legt het bedrijf ook een dwangsom van 10.000 euro per week op.
Het syndroom van Morquio veroorzaakt afwijkingen van het skelet, waardoor patiënten een kleine lichaamslengte behouden met als gevolg dat de wervelkolom kan verkrommen. De kans op long- en hartproblemen is daardoor ook groter en de levensverwachting van de patiënten is uitermate beperkt.
Enkele jaren geleden ontwikkelde BioMarin het middel Vimizin, dat de ziekte niet geneest maar de verdere ontwikkeling ervan wel sterk afremt. Het middel heeft in België intussen wel een marktvergunning verkregen en er is een maximumprijs voor vastgelegd, maar de onderhandelingen tussen het bedrijf en de federale overheidsdienst Volksgezondheid zijn al driemaal mislukt.
Vanaf 2014 had BioMarin het geneesmiddel wel gratis ter beschikking gesteld van een aantal patiënten, in het kader van een zogenaamd medisch noodprogramma, maar dat programma werd in juni 2016 stopgezet. Desondanks besloot BioMarin in maart 2018 toch om Vimizin gratis te leveren aan Valentina, maar toen de derde onderhandelingspoging over de terugbetalingsvoorwaarden ook mislukte, besliste BioMarin om de gratis leveringen te stoppen.
De ouders van het meisje trokken daarop naar de kortgedingrechter en die heeft hen nu gelijk gegeven. Volgens de rechter heeft het bedrijf "bij de familie de gerechtvaardigde verwachting gewekt dat Vimizin op de afgesproken wijze geleverd zou worden, totdat het op een andere wijze voor de familie in België beschikbaar zou worden. De familie mocht erop vertrouwen dat de geneesmiddelenreglementering en de daarin voorziene blijvende levering gerespecteerd zouden worden."
"Het bedrijf kan zijn eenzijdig aangegane verbintenis ten aanzien van de patiënt niet plots, en omwille van afgesprongen onderhandelingen waarop de patiënt geen invloed heeft, intrekken, " gaat de rechtbank voort, "zeker niet gelet op het gegeven dat de patiënt zich in een noodtoestand bevindt en geen enkel alternatief heeft."
De rechtbank verplicht BioMarin dan ook om Vimizin gratis te blijven leveren en legt het bedrijf een dwangsom van 10.000 euro op, per week waarin dat niet gebeurt, maar koppelt aan die gratis levering wel twee voorwaarden. Zo geldt de verplichting enkel tot er een rechter ten gronde een bindende uitspraak heeft gedaan over de definitieve regeling van het geschil, en tot Vimizin effectief commercieel beschikbaar is in België voor het gezin, meer bepaald tot de aankoopprijs van het geneesmiddel redelijkerwijze door hen financieel gedragen kan worden.