In het voorontwerp van de pandemiewet dat de federale ministerraad goedkeurde, krijgt het parlement elke maand een verslag van de bevoegde ministers. Volgens de N-VA wordt het parlement bij een crisistoestand op de achterbank gezet terwijl de regering het stuur, het gaspedaal en de rem bedient.
Het voorontwerp van pandemiewet dat de federale ministerraad heeft goedgekeurd voorziet in de afkondiging van een 'epidemische noodsituatie' voor maximaal drie maanden waarin de minister van Binnenlandse Zaken na overleg met de ministerraad en mogelijk het Overlegcomité de nodige maatregelen kan nemen. Het parlement moet het koninklijk besluit waarbij de pandemie wordt afgekondigd goedkeuren en krijgt elke maand een verslag van de bevoegde ministers.
De federale ministerraad heeft vrijdag het voorontwerp van wet 'betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een pandemie' goedgekeurd in eerste lezing. Die langverwachte pandemiewet moet een wettelijk kader invoeren waarmee de regering maatregelen kan nemen in zo'n medische noodsituatie. Nu gebeurt dat al maan den door middel van ministeriële besluiten, maar die werkwijze stuit op kritiek van de oppositie, die vindt dat het parlement buitenspel wordt gezet. Verschillende grondwetsexperten gaan mee in die kritiek.
Het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden beklemtoont dat het huidig wettelijk kader om 'maatregelen van bestuurlijke politie' te nemen in een pandemie - een combinatie van de wet op het politieambt, de wet betreffende civiele bescherming en de wet betreffende civiele veiligheid - in principe volstaat. De specifieke pandemiewet is echter "wenselijk", klinkt het.
In het voorontwerp dat nu op tafel ligt moet een pandemie worden afgekondigd door de koning - lees: de regering - "op basis van objectieve wetenschappelijke gegevens, na advies van de minister van Volksgezondheid en na overleg in de ministerraad en met de deelstaten". Die noodtoestand duurt maximaal drie maanden, maar kan wel telkens voor drie maanden worden verlengd.
In die periode kan de minister van Binnenlandse Zaken na overleg in de regering en mogelijk met de deelstaatregeringen in het Overlegcomité de nodige maatregelen nemen.
Volgens het kabinet-Verlinden gaat het om dezelfde maatregelen die we nu al kennen, zoals een sluiting van bepaalde sectoren en de invoer van een samenscholingsverbod. De maatregelen moeten in elk geval "noodzakelijk, geschikt en in verhouding tot de nagestreefde doelstelling zijn", klinkt het, "alsook beperkt in de tijd." Lokale overheden of provinciegouverneurs kunnen daarnaast nog bijkomende regels invoeren.
Parlementaire controle
Het voorontwerp van wet voorziet ook een vorm van parlementaire controle. Die bestaat erin het koninklijk besluit waarmee de pandemie wordt afgekondigd binnen de twee tot vijf dagen te bekrachtigen. Daarnaast komen de minister van Binnenlandse Zaken en andere bevoegde ministers maandelijks verslag uitbrengen aan de Kamer.
Het voorontwerp van wet wordt nu voorgelegd aan de Kamer, zodat ook de parlementsleden opmerkingen kunnen indienen. Intussen gaat de tekst ook al naar de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit voor een eerste advies.
N-VA: "Volmachtenwet"
Voor N-VA, de grootste oppositiepartij, gaat het voorontwerp alvast "heel erg de verkeerde kant uit". "De teksten bevestigen de vrees dat het in feite om een volmachtenwet gaat", zegt fractieleider Peter De Roover.
"De vraag die op tafel ligt is duidelijk: wordt het parlement bij een crisistoestand op de achterbank gezet terwijl de regering het stuur, het gaspedaal en de rem bedient, of beslist de volksvertegenwoordiging over cruciale zaken die de basisrechten en -vrijheden betreffen en staat de regering in voor de uitvoering van de democratisch getroffen maatregelen?"
"Ik ben benieuwd of liberalen maar ook ecologisten en christendemocraten een regime van door de regering uit te roepen volmachten helpen installeren."
De N-VA-fractie diende begin deze week zelf een voorstel van crisiswet in. In die tekst moeten alle maatregelen van de regering langs de Kamer passeren, die dan binnen de zeven dagen moet stemmen.