Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) verdedigt de manier waarop haar voorontwerp van pandemiewet omgaat met privacygevoelige persoonsgegevens. "Het is vandaag onmogelijk om te bepalen welke persoonsgegevens nodig zullen zijn om een toekomstige pandemie aan te pakken", reageerde ze in de Kamercommissie op een snedig advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA).
Minister Verlinden kwam deze namiddag haar voorontwerp van pandemiewet voorstellen in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. In normale omstandigheden bespreekt het parlement wetsontwerpen pas nadat het volledige proces in de regering is afgerond, maar de regering besliste na aanhoudende kritiek over het uitblijven van grondig parlementair debat over de coronamaatregel en om de Kamer al in een eerder stadium te betrekken.
Ook de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) kreeg de plannen van Verlinden al onder ogen. De privacywaakhond leverde gisteravond - volgens de minister op eigen initiatief - een scherp advies af, waarin staat dat het voorontwerp moet worden herzien. De tekst voorziet volgens de GBA "geen wettelijke basis voor de behandeling van gegevens" en vormt "een schending van de principes van wettelijkheid en voorspelbaarheid".
In perspectief
Verlinden wil rekening houden met het standpunt van de GBA, maar "ik wil de dingen wel in perspectief zetten", zei ze in de Kamer. Het voorontwerp voorziet een kaderbepaling voor de bescherming van persoonsgegevens, gebaseerd op de GDPR-regels, lichtte Verlinden toe, maar de details daarvan moeten later worden uitgewerkt. "Het is vandaag uiteraard onmogelijk om te bepalen welke persoonsgegevens van wie noodzakelijk kunnen zijn voor de aanpak van een toekomstige epidemie."
Bekrachtiging door parlement of anders buiten werking
Die details moeten dan in een koninklijk besluit worden vastgelegd, en dat zal gebeuren na advies van de GBA, verduidelijkte de minister. Dat KB moet daarna door het parlement worden bekrachtigd binnen de vijftien dagen, en als dat niet lukt treedt het besluit buiten werking, zei ze. "Dat laatste wordt niet vermeld in het advies van de GBA. Ik heb de indruk dat er wat onduidelijkheid gecreëerd wordt en dat mogelijk niet alle bepalingen zijn meegenomen."
De Commissie Binnenlandse Zaken debatteerde vandaag nog niet over de inhoud van het voorontwerp.
Wellicht wordt er in de loop van volgende week een reeks hoorzittingen georganiseerd, waarna de inhoudelijke debatten in Commissie kunnen aanvangen.
Kamervoorzitster Eliane Tillieux voorziet daarna een plenaire vergadering die volledig gewijd is aan de pandemiewet, waarna de opmerkingen van het parlement aan de regering worden overgemaakt, zei ze. Een strikte timing is er niet, al hoopt Tillieux de werkzaamheden tegen eind maart of begin april rond te hebben.