“De vakbonden zijn in een kramp geschoten en het interessante debat waartoe ons pensioenrapport aanleiding kon geven – waar moet het op lange termijn naartoe qua ambitie met die pensioenen? – hebben ze niet opgepikt”. Voormalig minister van Sociale Zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke liet nog enkele andere opmerkelijke uitspraken noteren.

Dat deed hij in een interview op Radio 1. Momenteel zit hij de Academische Raad voor Pensioenbeleid voor. Ook is hij lid van de Pensioencommissie die over dit probleem een lijvig rapport afleverde. Vandenbroucke profileert zich als academicus die boven de politieke mêee staat. Enkele blikvangers:

Slaan en zalven

• “Pensioen geeft vrijheid aan mensen en je moet hen vrij laten kiezen wanneer ze met pensioen willen. Maar wie doorwerkt, moet beloond worden.”
• “Waar ik niet in geloof, is dat je een pensioentoekomst kunt maken met individuele verzekeringspolissen en individuele spaarproducten, de derde pijler. Eigenlijk is dat een beleggings- en spaarpolitiek, geen pensioenpolitiek die mensen zekerheden biedt.”
• “Het verbaast me dat de regering stelselmatig die individuele kaart trekt. Men kondigt nog eens aan dat er een soort individueel aanvullend pensioen zal komen voor werknemers, ondanks het feit dat onze commissie zich daartegen verzet heeft.”
• “Een andere regeringsmaatregel, over het aanvullend pensioen voor zelfstandigen, is dan weer een goeie maatregel. Vandaag zijn zelfstandigen een beetje gedwongen om een vennootschap op te richten en een bedrijfsleidersverzekering te nemen, willen ze hun pensioen optimaliseren. Een zelfstandige die als individuele persoon een goed aanvullend pensioen kan opbouwen zou de dwang wegnemen tot het oprichten van een vennootschap. Dat is goed.”
• “Ik vind het teleurstellend dat een commissie in 2014 een consensus maakte met mensen die eerder liberaal redeneerden. Christendemocraten en socialisten zaten ook in onze commissie. Ons uitstekend uitgangspunt om een breed draagvlak te zoeken voor een pensioenregeling op de lange termijn? Men bakt er niets van. Ik werp niet alleen de steen naar de regering, maar ook naar de sociale partners en het parlement waar er weinig over het rapport gedebatteerd is.”

Academicus vs politicus

• “Ik probeer uitdrukkelijk niet aan partijpolitiek te doen. Ik ben nog steeds lid van de socialisten, maar zeg ook dingen waarmee mijn eigen partij het niet eens is. Ik positioneer me op basis van de consensus binnen onze commissie. Wel maakt het me droevig dat de sp.a het zo slecht doet in de politiek, niet alleen in België.”
• “Anderzijds neem ik publiek afstand van partijpolitiek omdat je geen twee rollen kunt spelen: een academische is een heel andere rol dan een politieke.”
• “In de politiek moet je over alles meteen een mening hebben en op de emoties van mensen spelen, daar is niets verkeerds mee. In het academische mag je dat niet doen. Als je niet zeker bent over iets, moet je zwijgen. Tot je heel zeker bent.”
• “Soms jeukt het, maar in de academische rol moet je bijdragen aan het debat op basis van zekerheden. In politiek moet je soms beslissen in onzekerheid.”

> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @specialistkrant en @MediSfeer