De Algemene Raad en het Verzekeringscomité keurden na de medicomut het tarievenakkoord 2021 ook goed vandaag. "In deze door onzekerheid gekenmerkte periode is deze tariefzekerheid van de artsen zeer welkom", reageert minister Vandenbroucke.
"Het akkoord betekent dat iedereen die naar een arts gaat die deze overeenkomst heeft ondertekend (nog steeds de overgrote meerderheid van de artsen - meer dan 8 op 10 vorig jaar), de garantie krijgt dat hij of zij niet meer zal betalen dan het bedrag dat in de overeenkomst is vastgelegd."
De grote lijnen hiervan kon u al lezen in onze vorige nieuwsbrief. De minister legt de klemtoon op:
Indexering voor artsen en 4 nieuwe wachtpost-projecten
De gedeeltelijke begrotingsdoelstelling voor de dokterskosten voor 2021 is 8.89 miljoen euro. In vergelijking met de gedeeltelijke begrotingsdoelstelling voor het jaar 2020 - die geen rekening houdt met het effect van de uitgaven voor Covid-19 - komt dit neer op een groei van 3,58%.
De honoraria van de huisartsen voor zowel consulten als huisbezoeken worden met 1,01% geïndexeerd. Het gmd is geïndexeerd met 1,25% om in 2021 een honorarium van 32 euro te bereiken, een bedrag dat volledig wordt terugbetaald aan de patiënt.
Veel specialisten zullen ook profiteren van een verhoging van hun honorarium die gaat van 0,80% tot 1,01% (in feite zowat de gezondheidsindex, red.).
Wat de haio's en Aso's betreft - die bovendien een belangrijke rol hebben gespeeld en nog steeds spelen tijdens de pandemie - is ook besloten om hun situatie te verbeteren dankzij een budget van 10 miljoen euro (Vaso reageert afwachtend, red.).
Focus op zorgtoegankelijkheid
Voor minister Vandenbroucke staat in het akkoord van 2021 de zorgtoegankelijkheid centraal, met inbegrip van richtsnoeren voor de ondersteuning van kwetsbare groepen, de bereidheid om het verbod op derdebetaler op te heffen, de richtsnoeren voor het rationeel gebruik van geneesmiddelen en de controle op supplementen die aan een zo groot mogelijke transparantie moeten worden onderworpen.
De maatregelen die voortvloeien uit het akkoord moeten gebaseerd zijn op het principe van "de juiste zorg, op de juiste plaats, tegen de juiste prijs" en zullen onder meer gebaseerd zijn op wetenschappelijke aanbevelingen en voorstellen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE).
Telegeneeskunde wordt een gewoonte
Om de zorgcontinuïteit tijdens de Covid-19-crisis te waarborgen, had het Riziv in maart van dit jaar initiatieven genomen om zorg op afstand via telefoon- en videoconsultaties voor zorgverleners en patiënten mogelijk te maken. "Telegeneeskunde kreeg een impuls met de Covid-19-crisis. Ze heeft haar waarde bewezen voor zowel de patiënten als de zorgverleners. Het was dus logisch om op deze weg verder te gaan", zegt Frank Vandenbroucke.
Het akkoord voorziet in nieuwe maatregelen op het gebied van de telegeneeskunde: een project voor tele-oftalmologie en een telemonitoringproject voor Covid-19-patiënten voor en na hun opname in het ziekenhuis in de context van geïntegreerde zorg, dat vandaag door het Verzekeringscomité is goedgekeurd.
Nomenclatuurhervorming wordt voortgezet
In 2019 heeft het Riziv een structurele hervorming van de nomenclatuur van de prestaties gelanceerd. "Deze hervorming is van cruciaal belang in het licht van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, maar ook met het oog op het corrigeren van buitensporige inkomensverschillen tussen huisartsen en specialisten en tussen specialisten onderling. Dit is precies een van mijn prioriteiten en ik wil de zaken nu versnellen", aldus minister Vandenbroucke.
De overeenkomst wordt gesloten voor een periode van één jaar, van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Na publicatie van de overeenkomst in het Belgisch Staatsblad heeft u 30 dagen de tijd om te beslissen of ze zich al dan niet aan de overeenkomst houden. "Deze overeenkomst is de lijm rond de solidariteit die we allemaal nodig hebben. Ik hoop dat zoveel mogelijk huisartsen en specialisten zich eraan houden", besluit Frank Vandenbroucke.