“Het wordt hoog tijd dat men stopt met populistische uitspraken te doen over de artikel 81-contracten”, aldus minister De Block. “Burgers hebben recht op een eerlijke uitleg waarom die contracten bestaan: om patiënten voor wie nog geen behandeling waarover 100% zekerheid bestaat toch al te helpen.”
“Dat er steeds meer geneesmiddelen via contracten worden terugbetaald, is geen keuze van de overheid. Neen, het is het gevolg van het feit dat er steeds meer behandelingen zijn die nieuwe patiënten kunnen helpen maar waar nog onzekerheid over bestaat”, vervolgt de minister.
“In zo'n situatie heb je twee keuzes: of we betalen niets terug tot er absolute zekerheid is. Maar dat betekent ook dat de betrokken patiënten misschien nog jaren moeten wachten of het medicijn zelfs helemaal niet krijgen omdat het bedrijf het onderzoek stopzet. Of je kan doen zoals we nu doen: we sluiten een tijdelijke overeenkomst zodat diezelfde patiënten wél al een behandeling krijgen en het bedrijf meer data kan verzamelen over de behandeling.”
Systeem onder druk
De Block blijft volledig achter het principe staan: “Dankzij de contracten, die trouwens door mijn voorganger Laurette Onkelinx zijn geïntroduceerd, hebben we duizenden patiënten kunnen helpen de voorbije jaren die anders in de kou waren blijven staan. Het is geen toeval dat ook zeer veel andere Europese en niet-Europese landen een vergelijkbaar systeem hanteren.”
De minister is echter de eerste om te erkennen dat het systeem onder druk staat en aan herziening toe is. “Maar we mogen het kind niet met het badwater weggooien, want dan laten we heel veel patiënten in de steek.”
"Het wordt voorgesteld alsof enkele mensen in het geheim zomaar eventjes over de terugbetaling van medicijnen beslissen. In werkelijkheid is het een zeer zorgvuldig proces met verschillende betrokken (omdat er met zeer veel aspecten rekening gehouden moet worden) in een werkgroep."
In de werkgroep zitten vertegenwoordigers van Riziv, Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, ziekenfondsen, minister Economie, minister van Begroting, minister van Volksgezondheid
Zij leggen steeds een wetenschappelijk onderbouwd voorstel voor.
De ministers van Volksgezondheid en van Begroting volgen het advies van de werkgroep in 99,9% van de gevallen. Enkel als patiënten aan hun lot overgelaten dreigen te worden (als er geen alternatieve behandeling voorhanden is), zullen ze van het advies durven af te wijken.