De Raad van State heeft een klacht verworpen van een 68-jarige inwoner van het Brussels gewest tegen de algemene mondmaskerplicht die er sinds 12 augustus geldt. De zestiger kon onvoldoende argumenteren dat de zaak met "uiterst dringende noodzakelijkheid" behandeld moest worden, zegt de Raad van State.
De man toont geen bijzondere omstandigheden aan die het dragen van een mondmasker voor hem bemoeilijken, klinkt het. "Hij maakt niet aannemelijk dat hij de 'ernstige druk' of 'beperking in zijn persoonlijke beleving' die hij ingevolge de mondmaskerverplichting zou ondervinden, niet in afwachting van een uitspraak na het normale procedureverloop zou kunnen dragen."
De zestiger had onder meer aangevoerd dat de mondmaskerplicht een symboolmaatregel is zonder redelijke fundering, en dat die een onaanvaardbare constante inbreuk uitmaakt op zijn privéleven die hem dagdagelijks beperkt in zijn persoonlijke beleving en die ook psychologisch doorweegt.
Brussels minister-president Rudi Vervoort kondigde op 6 augustus aan dat het dragen van een mondmasker vanaf 12 jaar verplicht zou worden op alle openbare plaatsen en voor het publiek toegankelijke private plaatsen in het hele gewest, zodra het aantal coronabesmettingen boven 50 per 100.000 inwoners zou stijgen. Op 12 augustus was het zover.