Het Leuvense pilootproject "bevallen met een verkort ziekenhuisverblijf" scoort. Uit een eerste evaluatie blijkt dat 80 procent van de deelnemende moeders tevreden is. Dat laat het UZ Leuven dinsdag weten. In juli 2016 ging het project in Leuven van start. Het is een van de zes pilootprojecten van minister van Volksgezondheid Maggie De Block voor verkorte kraamtijd: pas bevallen vrouwen en hun baby verlaten na 2 of 3 nachten het ziekenhuis. Vijftig tot zestig procent van de vrouwen komt in aanmerking om aan het project deel te nemen. Van de kersverse mama's koos 42 procent ervoor om na de bevalling vroeger naar huis te gaan. Hoewel de eerste evaluatie positief is, zijn er nog enkele verbeterpunten. Gynaecologen, vroedvrouwen en huisartsen werken met hun eigen patiëntendossier: een werkbare manier om minimale gegevens te delen is een must. Daarnaast is de werkdruk voor vroedvrouwen, gynaecologen en kinderartsen in de ziekenhuizen hoger. Ook het onderzoek dat de baby moet krijgen op de zevende dag na de bevalling, is een werkpunt: bij 4 procent van de baby's gebeurde de test niet. "Natuurlijk zijn er nog werkpunten, bijvoorbeeld op het vlak van informatie delen, maar het komt er nu op aan om die bij te schaven. Daarom hebben we deze pilootprojecten tenslotte gelanceerd", zegt minister De Block, die de zorgverleners bedankt voor hun inzet. "Zij plooien zich dubbel om kwaliteitsvolle, interdisciplinaire zorg aan te bieden, en met succes: de moeders zijn tevreden, en ik met hen." Het project is een partnerschap tussen UZ Leuven, Heilig Hart Leuven en het Expertisecentrum Kraamzorg. Het project werd uitgebreid naar het regionaal ziekenhuis Heilig Hart Tienen. Door de positieve evaluatie maakt het een goede kans om overal in België van start te kunnen gaan. De eindevaluatie volgt sowieso in de zomer van 2018. "Als daarbij blijkt dat de zorgkwaliteit op zijn minst behouden blijft en de betrokkenen positief staan tegenover deze nieuwe zorgorganisatie, zullen we vanaf eind 2018 een algemeen beleid rond bevallen met verkort ziekenhuisverblijf uitwerken", zegt De Block. Met de zorgkwaliteit verwijst ze onder meer naar een tijdige hielprik voor de baby's en het feit dat het aantal baby's dat moedermelk krijgt minstens even groot is als bij moeders die langer in het ziekenhuis verblijven. |