Elke vorm van beweging heeft een gunstig effect op het verlagen van het risico op een burn-out. Tot die conclusie kwam onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel Yanni Verhavert in de systematische literatuurstudie van haar doctoraatsondezroek naar de relatie tussen fysieke activiteit en een burn-out.
De meeste onderzoeken waar Verhavert een licht op liet schijnen tonen aan dat beweging, (niet-)zitgedrag en voeding drie belangrijke factoren zijn in het voorkomen van een burn-out. Vooral fysieke activiteit is een effectief middel om het risico op burn-out te verlagen.
"Elk type fysieke activiteit minstens 20 minuten aan een stuk, en minstens tweemaal per week blijkt effectief te zijn in het verlagen van het risico op burn-out. Om het risico op burn-out blijvend te verminderen kan je best je hele leven lang blijven bewegen", zegt Verhavert.
Toekomstig onderzoek moet nu uitwijzen hoe intens, hoelang en hoe vaak we best bewegen om het risico op burn-out zo klein mogelijk te houden, aldus de VUB-onderzoeker.
Enkele studies tonen nog aan dat er tegelijkertijd een verband bestaat tussen vaak zitten en minder gezond eten en een verhoogde kans op een burn-out. Maar ook hier is verder onderzoek nodig over de effectiviteit van gezonde voeding en verminderd zitgedrag.
Burn-outs zijn een maatschappelijk probleem geworden. Ze leiden tot een hoog absenteïsme - de afwezigheid op het werk - maar ook tot veel presenteïsme - het aanwezig zijn zonder productief te zijn.