Hanne Vindevogel (UAntwerpen) zocht uit of de Belg voorbereid is op een Tsjernobyl-scenario. Ruim de helft van de Belgen die in de buurt van een kerncentrale wonen, heeft geen kaliumjodidetabletten in huis. Ook scholen zijn slecht voorbereid. Erg weinig apothekers vonden de infocampagnes van de overheid een succes en bijna 8 op 10 apothekers hebben de bewoners ook niet speciaal aangespoord om tabletten in huis te halen.
Dat zijn enkele opmerkelijke vaststellingen uit de masterscriptie van Hanne Vindevogel (UAntwerpen).
Na de ramp in de kerncentrale van Tsjernobyl in 1986 stelden dokters in het besmette gebied veel meer gevallen van schildklierkanker vast. De Belgische overheid besliste in de nasleep van de ramp om kaliumjodidetabletten (KI-tabletten) beperkt te verdelen onder de bevolking. Sinds 2018 kan echtere ieder Belg deze tabletten gratis afhalen bij de apotheker, op eenvoudig vertoon van de identiteitskaart. Die tabletten bieden een beperkte bescherming tegen het radioactief jodium dat vrijkomt bij een nucleair incident.
Voor haar masterscriptie onderzocht Hanne Vindevogel, studente farmaceutische wetenschappen op de Universiteit Antwerpen, in welke mate België voorbereid is op een nucleair incident. “Als we geconfronteerd worden met een incident, is een goede voorbereiding en een goede organisatie van het grootste belang”, legt Vindevogel uit. “Er bevinden zich vijf nucleaire sites in België, en enkele buitenlandse sites liggen vlakbij de Belgische grens. Ik moest helaas concluderen dat de voorbereidingen in ons land, zoveel jaar na Tsjernobyl, niet op punt staan.”
Onvoldoende geïnformeerd
De studente voerde drie enquêtes uit: 442 Belgen (van wie 51% binnen een zogenaamde noodplanningszone in de buurt van een nucleaire site woont) vulden de vragenlijst in, net zoals 105 directieleden van scholen in de provincie Antwerpen en 177 apothekers/apotheken (van wie 44% in een noodplanningszone ligt).
Alle inwoners van gebieden binnen een straal van 20km rond een nucleaire site worden sterk aanbevolen om KI-tabletten in huis te nemen, maar uit het onderzoek blijkt dat 54% van die mensen thuis geen kaliumjodidetabletten heeft. Vindevogel: “De meerderheid geeft als reden voor de afwezigheid aan dat ze onvoldoende geïnformeerd zijn. Het zijn vooral kinderen die de tabletten moeten innemen, maar dat weet maar 24% van de deelnemers in een noodplanningszone.”
Geen duidelijke strategie
Van de ondervraagde scholen geeft 83% van de instellingen die binnen de noodplanningszone liggen, aan een voorraad tabletten ter beschikking te hebben. Buiten die 20km-zone is dat slechts 36%. Een duidelijke strategie over hoe de tabletten het best toegediend kunnen worden, is niet in alle scholen aanwezig: 16% van de directieleden heeft zelfs geen idee hoe ze het zouden moeten aanpakken om de tabletten door hun leerlingen te laten innemen. 74% van hen zegt dat ze vragende partij zijn om meer informatie te krijgen.
Uit de bevraging van de apothekers blijkt dat 77% zelf geen actie ondernomen heeft om mensen aan te sporen hun tabletten af te halen. 52% van de apothekers meent dat de voorgaande informatiecampagnes rond de tabletten geen succes zijn geweest.
De volledige paper is raadpleegbaar op de website van het Tijdschrift voor Geneeskunde en Gezondheidszorg.