De e-sigaret als hulpmiddel in rookstopbegeleiding is minstens even effectief als andere middelen zoals rookstopmedicatie en nicotinevervangers. Dat concludeert Brent Boermans (KU Leuven) in zijn masterproef tot Master of Science in de psychologie. De vloeistof in een e-sigaret bevat een dosis nicotine die bij rookstopbegeleiding stelselmatig wordt afgebouwd.
Boermans volgde voor zijn onderzoek 53 personen die onder begeleiding van tabacologen trachtten te stoppen met roken. Na één maand rookstop had 75% van de deelnemers nog geen sigaret aangeraakt. Bij degenen die de e-sigaret als hulpmiddel gebruikten, was dat eveneens 75%, bij nicotinevervangers (NRT) 70%, bij een combinatie van deze twee hulpmiddelen 66,67% en bij wie zich liet behandelen met medicatie 100%.
Na drie maanden was echter nog slechts 50,9% van de deelnemers rookvrij. Het percentage niet-rokers voor e-sigaret en de combinatie e-sigaret met NRT bleef respectievelijk 75% en 66,67%. Voor NRT was het percentage rookvrije deelnemers echter gedaald tot 30% en voor medicatie tot 42,86%.
Uit het onderzoek blijkt dat er na drie maanden rookstop significante verschillen optreden wat de slaagkansen betreft van de verschillende gebruikte hulpmiddelen. Wie gebruik maakt van de e-sigaret, doet het significant beter dan anderen. Deelnemers die probeerden te stoppen met roken door een beroep te doen op de e-sigaret, hadden 1,69 meer kans om nog steeds niet te roken dan wie gebruik maakte van een ander hulpmiddel. Bij wie ook een beroep deed op nicotinevervangers liep dat verschil zelfs op tot 2,35. De mate van hunkering naar een sigaret ('craving') en de ontwenningsverschijnselen verschilden echter niet significant.
> Lees ook: "Reclame e-sigaret strikt reglementeren"
> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @specialistkrant en @MediSfeer