De Algemene Raad van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) keurde de gezondheidsbegroting 2020 af. De regering onthield zich, meldt minister van Volksgezondheid Maggie De Block. "Als er ruimte is voor extra investeringen, dan moeten die in de eerste plaats naar de patiënt gaan. En dat was hier niet het geval", aldus de minister.
Van de 21 leden van de Algemene Raad stemden er tien voor en vier tegen. Zes leden onthielden zich, terwijl één lid afwezig was.
Er is evenwel een meerderheid van 11 op 21 stemmen nodig om het te halen.
"Structuren en zorginstellingen"
De regering onthield zich bij de stemming. "De patiënt staat centraal in onze gezondheidszorg. Dat moet je ook zien in de begroting, en dat was hier te weinig het geval: bijna alle nieuwe investeringen zouden naar structuren en zorginstellingen gaan, bijna geen enkele naar de patiënt zelf", aldus minister De Block. "Zo'n begroting konden en wilden wij niet goedkeuren als regering."
"Wettelijk en budgettair niet in orde"
Volgens De Block is het advies dat het Verzekeringscomité voorlegde, wettelijk en budgettair niet in orde. "De opbrengst van maatregelen die geld moeten opbrengen is erg optimistisch ingeschat en van het nieuw beleid is het onvoldoende of zelfs niet duidelijk hoe dat gefinancierd zal worden", klinkt het. "De Commissie Begrotingscontrole van het Riziv (CBC) had diezelfde vaststelling al gedaan op 9 oktober." Ook verhoogde het Verzekeringscomité het begrotingsobjectief en schrapte het de structurele begroting, terwijl het daar de bevoegdheid niet voor heeft, luidt het nog.
Het verzekeringscomité, met daarin vertegenwoordigers van zorgverleners, zorginstellingen en ziekenfondsen, keurde op 7 oktober quasi unaniem een begrotingsvoorstel goed, ter waarde van 27,6 miljard euro.
De minderheidsregering in lopende zaken is nu opnieuw aan zet in het begrotingsproces.
De federale impasse wordt er alvast niet minder op.