18,7% van de actieve huisartsen 65-plus

Het jongste KCE-rapport over de "Performantie van het Belgisch gezondheidssysteem" (*) zegt dat in 2016 17% van de collega's na de wettelijke pensioenleeftijd bleef werken. Alle specialismen bij elkaar waren 1.184 nog steeds actieve artsen 75-plus. Rizivcijfers geven aan dat in 2018 18,7% van de huisartsen ouder dan 65 was.

In 2016 vertegenwoordigde het cohort van 55-plussers 53% van de activiteiten in de huisartsgeneeskunde. Het aandeel van de actieve bijdragen van de huisartsen 65-plussers ging van 7% in 2009 naar 17% in 2016 volgens het Performantierapport. In dezelfde periode steeg de gemiddelde leeftijd van actieve huisartsen (nog steeds uitgedrukt in FTE's) van 51,3 jaar naar 52,7 jaar. Dat op een totaal van bijna 9.000 voltijds equivalenten (FTE's) in de huisartsgeneeskunde.

‘Ervaren’ discipline

Vergeleken met andere medische specialismen is de huisartsgeneeskunde een zeer.... ervaren discipline. In 2000 waren de Belgische huisartsen en specialisten gemiddeld even oud: 46,6 jaar. In 2016 bleken de huisartsen gemiddeld al een stuk ouder.

De +/- 9.000 huisartsen FTE's zijn dus, zoals gezegd, gemiddeld 52,7 jaar oud. Alleen reumatologen gaan hen voor in deze rangschikking met 53,3 jaar. NKO''s zijn 51,1 jaar oud, psychiaters 51, algemeen chirurgen 50,7 jaar. Aan de andere kant van het spectrum staan spoedartsen (46,5) en radiotherapeuten (48).

"Dat komt vooral omdat oudere huisartsen nu langer werken en pas afgestudeerden niet talrijk genoeg zijn om de pensioneringen te compenseren", aldus het verslag.

Het Riziv levert van zijn kant voor 2018 statistieken over oudere actief blijvende huisartsen (*): vorig jaar telde het 2.364 van dergelijke 65-plussers. Dat vertegenwoordigt een aandeel van 18,7% van de beroepsbevolking in hun specialisme.

Deze "senior huisartsen" attesteerden vorig jaar gemiddeld 3.300 prestaties. Ter vergelijking: het gemiddelde aantal geregistreerde prestaties in de huisartsgeneeskunde, alle leeftijden samen, bedraagt 5.062.

Van een kwart naar de helft

Zelfs al steeg in totaal (alle specialismen samen), het aantal actieve Belgische artsen (van 29.000 in 2000 tot +/- 34.800 in 2016), de actieven vergrijzen. Het aandeel 55-plussers steeg tussen 2000-2016 nog steeds van bijna 7.000 tot ruim 15.600. Met andere woorden, in 2000 vertegenwoordigden de 55-plussers een kwart van het medisch beroep; in 2016 ging het richting de helft (45%).

Als we de categorie van 55 jaar en ouder uitsplitsen, kunnen we 9.457 artsen onderscheiden van 55-64 jaar (27,2% van het totaal), 4.996 artsen van 65-74 jaar (14,3%) maar ook 1.184 artsen van meer dan 75 jaar (3,4%).

 

Het Performantierapport geeft ook aan dat de meeste 55-plussers mannen zijn: +/- 11.900 mannen voor +/- 3.800 vrouwen. Het verschil is nog steeds heel duidelijk, maar het percentage vrouwen neemt in de loop der jaren toe.

Er is ook een verschil volgens het taalregime (cijfers 2015): 47,8% van de artsen ouder dan 55 jaar zijn Franstalig en slechts 41,3% Nederlandstalig. Het verschil is meer uitgesproken bij huisartsen: 58,6% tegen 51,1%. 

België slecht gerangschikt

België heeft geen monopolie op de vergrijzing van het artsenberoep. "Het fenomeen manifesteert zich in alle Europese landen", relativeert het verslag op basis van de OESO-statistieken. Met een aandeel van 55 jaar en ouder ligt ons land met zijn 45% echter ver boven het gemiddelde van 12 buurlanden (34,5%). Alleen Italië en Frankrijk scoren nog slechter.

(*) die zich op 1 januari 2018 als zodanig bij het Riziv meldden met in dat jaar minstens één prestatie.

> Lees ook: 

Waar vind je de actiefste artsen na de pensioenleeftijd? 

Specialisten: waar slaat de vergrijzing het sterkst toe?

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Frank COMHAIRE

    26 juli 2019

    België ligt met een hoog percentage 55 plussers ver boven het gemiddelde van de buurlanden. Wat is de reden hiervoor? En waarom is dat "slecht"? Wat de eerste vraag betreft is het antwoord te vinden in de lage pensioenen. Wie als werkende arts een behoorlijke levensstandaard heeft kunnen genieten, is onmogelijk in staat om de aan te houden na "pensionering". Dus blijven veel artsen verder werken om louter financiële redenen. Wat de tweede vraag betreft is het antwoord: neen. Het is niet "slecht" om tot hogere leeftijd als arts professioneel actief te blijven. Dit wordt veelal ook door de patiënten op prijs gesteld ("hun" dokter). Tevens is het voor de gezondheid en cognitieve bekwaamheid belangrijk om te blijven werken, al weze het onder minder - of liefst geen - stress. De sociale contacten en mentale uitdagingen van het voortgezet medisch werk zijn niet "slecht" maar, in tegendeel, goed!

  • Geert VILEYN

    18 juli 2019

    18,7% van de huisartsen is 65+ , en nog steeds is er geen regeling uitgewerkt voor financiële toelage bij conventionering: RIZIV shame on you