Twee op de drie lhbtiq+-personen in België (67 procent) zeggen dat ze tijdens hun tijd op school vernederd, bedreigd of belachelijk gemaakt zijn omwille van hun gender of seksuele oriëntatie. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), dat in 2023 meer dan 100.000 personen uit heel Europa heeft bevraagd. In 2019 maakte 50 procent van de Belgische respondenten gewag van zulke ervaringen op school.
In het rapport worden de ervaringen, opvattingen en uitdagingen beschreven waarmee lhbtiq+-personen in Europa worden geconfronteerd. Het FRA spreekt van een langzame, maar geleidelijke vooruitgang, waarbij discriminatie op een hoog niveau blijft, maar wel geleidelijk afneemt.
In 2023 ervoer meer dan 1 op de 3 personen uit de lhbtiq+-gemeenschap (36 procent) in het dagelijkse leven discriminatie op grond van de eigen identiteit. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2019 (toen 42 procent), maar omdat slechts 1 op de 10 betrokkenen incidenten meldt, blijft discriminatie veelal onzichtbaar, zegt het FRA. In België maakte vorig jaar 30 procent gewag van discriminatie, tegenover 39 procent in 2019.
Het aantal lhbtiq'ers dat te maken heeft gehad met geweld en/of met door haat gemotiveerde intimidatie, is over heel Europa dan weer gestegen. Vijftien procent van de Belgische respondenten zegt in de vijf jaar voor de enquête werd afgenomen, te zijn aangevallen (EU-27: 13 procent). In de voorbije twaalf maanden werd 6 procent aangevallen (EU-27: 5 procent) en werd 53 procent lastig gevallen (EU-27: 54 procent).
Een opvallend cijfer is dat 67 procent van alle Belgische respondenten zegt tijdens zijn/haar/hun jaren op school het slachtoffer te zijn geworden van pesterijen, plagerijen, beledigingen of bedreigingen omdat ze zich tot de lhbtiq+-gemeenschap rekenen. In 2019 was dat nog 50 procent. Ons land volgt daarmee een Europese trend, want in de EU-27 steeg dat aandeel van 46 naar 67 procent.
Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Marie-Colline Leroy noemt de cijfers uit de studie "schokkend". Ze tonen volgens haar aan dat "er nog veel werk nodig is om ook in ons land gelijke rechten, vrijheden en een zorgeloos leven voor lhbtiq+-personen te garanderen".
Leroy stipt niet alleen de 15 procent aan die getuigt van persoonlijke aanvallen, maar wijst er ook op dat 16 procent van de Belgische bevraagden zich gediscrimineerd gevoeld heeft in ons gezondheidszorgsysteem, dat 11 procent het voorbije jaar vaak of zelfs de hele tijd aan zelfmoord gedacht heeft, dat 53 procent altijd of vaak handen vasthouden in het openbaar vermijdt en dat 27 procent bepaalde plaatsen vermijdt uit angst om aangevallen te worden. "Hiermee volgt ons land een algemene trend."
Maar Leroy benadrukt tegelijk dat 55 procent gelooft dat de overheid effectief strijdt tegen vooroordelen en intolerantie tegen lhbtiq+-personen, terwijl dat in de rest van Europa "slechts" 26 procent is. Ze haalt ook de strijd tegen online haat aan en hoopt dat in de volgende legislatuur op dat punt vooruitgang kan worden geboekt door artikel 150 van de Grondwet te herzien.
Het FRA-rapport wordt vrijdag, op de Internationale Dag tegen Holebi- en Transfobie (IDAHOBIT), officieel voorgesteld tijdens het evenement 'Pride Alliances and Policy' dat door het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU in Brussel wordt georganiseerd, en dat door Leroy zal worden voorgezeten. Het is de bedoeling daar een Europese lhbtiq+-verklaring te ondertekenen.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan contact opnemen met de zelfmoordlijn op het nummer 1813 of surfen naar www.zelfmoord1813.be.