Mijn overtuiging dat de digitalisering van de gezondheidszorg er zal voor zorgen dat de kwaliteit van onze zorg steeds beter wordt, mijn overtuiging dat de communicatie, de interdisciplinaire samenwerking, de ondersteuning door Artificiële Intelligentie, de big data analyses, de standaardisering en zoveel meer ons elke dag vooruit zal helpen, het vraagt al eens een toetsing met de realiteit.
Gewapend met mijn overtuigingskracht ga ik op bezoek bij een voor mij onbekende huisarts, op termijn misschien wel mijn nieuwe GMD houder. Ik kom terecht bij een huisartsengroepspraktijk in een buurdorp. Ik heb afspraak met de jongste van de 5 huisartsen.
Uiteraard word ik meteen geconfronteerd met het feit dat ze wel het GMDschap willen overnemen. Op mijn vraag of de GMD dan geldt bij alle artsen van de groepspraktijk, krijg ik het antwoord dat het zo is. Er volgt nog iets over de GMD premie, maar ik zal maar doen alsof ik dat als patiënt niet gehoord heb.
Ahja, maar ik heb toch wel een aantal voorwaarden.
Eerste voorwaarde. Ik wil een volwaardige up to date, kwaliteitsvolle Sumehr.
“Euh, 2 artsen doen dat wel denk ik, ikzelf ga dat toch eens proberen maar de 2 andere collega’s doen dat niet.” De 50+ artsen in de praktijk maken een Sumehr, de jongere artsen niet.
Tweede voorwaarde. Ik wil wel dat jullie geconnecteerd zijn en vlot alle info over mij in de hubs opvolgen. Een vraagteken verscheen in beide ogen, gevolgd door een aarzelende ja en na nog even aarzelen zelfs een jaja. Ik had de indruk dat het op dat moment in Keulen aan het donderen was.
Ik stop met mijn voorwaarden, want ik voelde goed aan dat ik niet moest suggereren dat ik graag een gecodeerd EMD heb of dat ik graag tussendoor teleconsultaties zou willen doen.
Het vervolg van het gesprek sla ik over, want in het teken van de GDPR zwijg ik over persoonsgebonden medische gegevens.
Ik pik weer op bij mijn doorverwijzing voor verdere testen. De huisarts print de doorverwijzing af, plooit ze samen in een enveloppe en … kleeft vervolgens de enveloppe dicht. Ik heb niet het gevoel dat ik als patiënt ten volle geïnformeerd wordt. Toch een van mijn persoonlijke strijdpunten.
Ik waag nog een vraag over eAttest, maar ik word, terecht, terecht gewezen dat dit pas in februari zal kunnen.
Maar mijn mond valt open als het voorschrift voor het medicijn vervolgens met de hand geschreven wordt.
Ik heb een spontaan gevoel om op hulp te roepen, maar dat verstomt als ze me bij het buitengaan nog in het oor fluistert dat ik in de buurt zeker geen groepspraktijk zal vinden die verder staat met de informatica dan zij.
Van een reality check gesproken. Ik maak me de bedenking dat actiepunt 12 van het plan eGezondheid nog werk voor de boeg heeft. Inderdaad, de opleidingen zorgen nog niet voor een natuurlijk en spontaan gebruik van de digitalisering in de gezondheidszorg. Hier moet zeker nog een tandje bij gestoken worden.
De recente goed nieuws shows van de Minister over het elektronisch voorschrift, eAttest en andere PHR’s is leuk, maakt me blij, maar wat ik geleerd heb uit mijn ervaring in de huisartsengroepspraktijk is dat, opdat het allemaal goed gebruikt zal worden, er nog wat nazorg nodig is bovenop al dat goede nieuws.
Laatste reacties
Jan DE CORTE
06 februari 2018Sympathiek artikel. Maar uit uw casus-beschrijving neig ik af te leiden dat het met "nazorg" alleen niet zal gaan. Om uw metafoor een beetje uit te melken: instemming "patiënt" voor de ingrepen ? (Geen item voor de Opper-Dokter, lijkt het.) Nog zinvol na zekere leeftijd? (mmm...) Goed gescreend? Goed geïnformeerd ? Kans op succes ? Klopt de belofte van Walhalla en fantastische gezondheid achteraf? Of volgen er jaren revalidatie? Bekwame chirurgen, betrouwbaar materiaal? ( En zo zou een mens kunnen verder gaan, maar ik heb er de tijd niet voor, we besteden al 50% van de tijd aan innovatieve technologie en dadelijk hapert die hier weer en mag ik mijn tekst herbeginnen.)
Toch hoop ik het beste voor iedereen.