Bijna vier op de vijf 65-plussers heeft ten minste één chronische aandoening, waarvan de meest voorkomende hart- en vaatziekten zijn. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerde studie van CM. "We worden ouder, maar niet allemaal in goede gezondheid", zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp in een persbericht. "Dat stelt ons voor maatschappelijke uitdagingen."
Tegen 2050 zal het aandeel 65-plussers in België stijgen van 19,6 procent in 2022 naar 25,1 procent in 2050. Het aantal 80-plussers zal zelfs verdubbelen, van 640.000 naar 1,2 miljoen in 2050. Dat voorspelt het Federaal Planbureau op basis van de daling van het vruchtbaarheidscijfer en de stijging van de levensverwachting (87,9 jaar voor vrouwen en 85,4 jaar voor mannen in 2050). Die vergrijzing stelt on s voor grote maatschappelijke uitdagingen en gezondheidsproblemen.
Om het gezondheidsprofiel van die ouderen te bepalen, maakte de studiedienst van CM gebruik van de data van een miljoen CM-leden ouder dan 65 jaar over de periode van 2016 tot 2022.
Voor de studie werden 22 ziektes gedefinieerd op basis van medicatiegebruik of het gebruik van specifieke gezondheidszorg. 79,2 procent van de senioren heeft ten minste een van de gedefinieerde chronische ziektes.
In 2022 waren de meest voorkomende gezondheidsproblemen bij senioren hart- en vaatziekten. 68,4 procent van de CM-leden gebruikt bloeddrukverlagers (antihypertensiva) of medicijnen voor harttherapie. Op de tweede plaats staan tromboses: 41,2 procent van de 65-plussers gebruikt antitrombotica, gevolgd door diabetes (18 procent), mentale stoornissen (13,2 procent), COPD (longziekte waarbij de longen zijn beschadigd, 9,8 procent), en schildklieraandoeningen (9,2 procent).
Het risico op overlijden gedurende het jaar is 3,7 procent voor 65-plussers, bij 85-plussers loopt het risico op tot 12 procent. Bij huishoudens met een laag inkomen die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming, is het risico op overlijden dubbel zo hoog: 6,6 procent voor 65-plussers.