Meer dan 70% van de Europese burgers denkt dat ze waarschijnlijk zouden gaan stemmen indien de Europese verkiezingen volgende week zouden plaatsvinden. Dat blijkt woensdag uit een opiniepeiling in opdracht van het Europees Parlement. Dat is tien procentpunt meer dan in de aanloop naar de vorige Europese verkiezingen in 2019.
Van 6 tot 9 juni kunnen burgers uit alle lidstaten van de Europese Unie opnieuw hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement voor de komende vijf jaar kiezen. Vijf jaar geleden ging voor het eerst in twintig jaar meer dan de helft van de kiesgerechtigden (50,66 procent) effectief naar de stembus en, afgaand op de nieuwe Eurobarometer, lijkt de interesse niet te tanen.
Zo toont 60 procent van de kiezers zich zeer of toch enigszins geïnteresseerd in de Europese verkiezingen, een toename met 11 procentpunt in vergelijking met 2019. 71 procent van de ondervraagden stelt dat ze allicht hun stem zouden uitbrengen indien de verkiezingen volgende week zouden plaatsvinden, een stijging met 10 procentpunt. 13 procent antwoordt neutraal en 14 procent acht het dan weer onwaarschijnlijk dat ze naar het stemlokaal zouden afzakken.
België is een van de weinige landen waar de intentie om te stemmen in vergelijking met vijf jaar geleden is gedaald (van 77 naar 75 pct). Ons land is wel een van de weinige waar opkomstplicht geldt. Dat er die dag ook federale en regionale verkiezingen zijn, draagt er allicht wel toe bij dat de Belgen beter op de hoogte zijn van de timing. 45 procent weet al dat de Europese verkiezingen in juni zijn, tegen 29 procent van de Europeanen.
Voor meer dan 80 procent van de respondenten is de huidige internationale context een van de redenen die deelname aan de verkiezingen nog belangrijker maken. Vrede (47 procent) wordt ook het vaakst aangehaald wanneer hen wordt gevraagd naar de waarden die het Europees Parlement de komende jaren eerst en vooral moet verdedigen. Democratie (33 procent), mensenrechten (24 procent), de vrijheid van meningsuiting (21 procent) en de rechtsstaat (20 procent) volgen op afstand.
Gezondheid
De beleidsprioriteiten van de Europese kiezer verschillen wel sterk van land tot land. De strijd tegen armoede (33 procent), gezondheid (32 procent), steun aan de economie en werkgelegenheid (31 procent) en defensie en veiligheid (31 procent) voeren de rangschikking aan, maar armoedebestrijding staat bijvoorbeeld enkel in België (34 procent), Frankrijk, Luxemburg en Bulgarije bovenaan. In België wordt asiel en migratie (31 procent) als tweede prioriteit naar voren geschoven, terwijl dat thema op Europees niveau slechts op de zevende plaats (24 procent) staat, en enkel in Malta en Cyprus bovenaan.
71 procent van de Europeanen (80 procent van de Belgen) blijft van oordeel dat hun land baat heeft gehad bij het lidmaatschap van de EU. 23 procent (18 procent van de Belgen) vindt het tegendeel. Een meerderheid van 61 procent (67 procent van de Belgen) is ook heel of eerder optimistisch over de toekomst van de EU, terwijl 35 procent (32 procent van de Belgen) pessimistisch is. Over hun eigen levensstandaard zijn de respondenten doorgaans minder gunstig gestemd. Slechts 15 procent (EU) en 14 procent (België) denkt erop vooruit te gaan, terwijl 32 procent (EU) en 39 procent (België) het tegendeel vreest.
De peiling is van 7 februari tot 3 maart via face-to-facegesprekken afgenomen bij 26.411 respondenten in de 27 lidstaten.