Het remgeld voor terugbetaalde geneesmiddelen of bereidingen van de apotheker wordt volgend jaar niet geïndexeerd. Dat meldt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) dinsdag. Volgens de minister besparen de patiënten zo 1,39 miljoen euro in 2018. De ziekteverzekering zal die kosten op zich nemen.
Het remgeld voor terugbetaalde geneesmiddelen en magistrale bereidingen wordt normaal elk jaar geïndexeerd. Voor volgend jaar was een indexering van 1,68 procent voorzien, maar die komt er nu dus niet. Minister De Block en het Riziv hebben een akkoord bereikt om de indexering een jaartje over te slaan. De kosten - in totaal 1,39 miljoen euro - worden door de gezondheidszorgverzekering betaald, aldus de minister in een persbericht.
Concreet gaat het onder meer om bloeddrukverlagers, bloedverdunners, geneesmiddelen tegen astma en medicijnen tegen schildklierziektes. Patiënten moeten die vaak elke dag nemen. Bovendien gaat het vaak over patiënten die meerdere medicijnen moeten nemen.
De minister verlaagt ook het remgeld voor bepaalde implantaten en 'invasieve medische hulpmiddelen', zoals kunstheupen of stents. Beide voorstellen zijn maandag/gisteren goedgekeurd op het Verzekeringscomité van het Riziv.
De Block meldt ook nog dat er vanaf 1 januari een nieuw terugbetalingsmechanisme komt dat de prijzen van geneesmiddelen sneller moet doen dalen. Concreet: twee jaar nadat het patent van een geneesmiddel verloopt, wordt enkel nog de medicatie binnen de vork van 'goedkoopste geneesmiddelen' terugbetaald. De maatregel werd vandaag/dinsdag goedgekeurd in de Kamercommissie Volksgezondheid.
"Dit nieuwe concurrentiemechanisme zal voor extra prijsdalingen zorgen, en dat is in het voordeel van patiënt en overheid", reageert de minister. Het geld dat daardoor vrijkomt - jaarlijks 38 miljoen euro volgens het kabinet - zal geïnvesteerd worden in innovatie.