Samen met nog zeven andere senatoren heeft gecoöpteerd PS-senator Christophe Lacroix onlangs een resolutie in de Senaat ingediend met betrekking tot de euthanasiewet van 28 mei 2002 met de vraag aan de regering om enkele bepalingen in de wetgeving te wijzigen en/of aan te vullen. Een van de punten in die resolutie is om de huidige geldigheidslimiet van een wilsverklaring van vijf jaar te schrappen.
Iedereen herinnert zich de maatschappelijke - en soms vinnige - discussies die de stemming van de euthanasiewet in 2002 voorafgingen. Tot op de dag van vandaag blijft euthanasie voor emoties zorgen in de maatschappij en op de politieke banken. Maar volgens PS-senator Christophe Lacroix en zijn collega’s moeten enkele punten in de huidige euthanasiewetgeving worden veranderd of verduidelijkt.
Gewetensbezwaar binnen zeven dagen melden “De wilsverklaring moet dezelfde status krijgen als een testament: ze kan steeds worden herroepen of gewijzigd, maar blijft niettemin levenslang geldig”, aldus de tekst. “Mensen wijzigen hun testament naar gelang de ervaringen in het leven. Waarom zou men dan de wilsverklaring voor het levenseinde vergeten? Schrap dus die geldigheidsduur van vijf jaar.”
In hun resolutie pleiten de senatoren voor een betere opleiding van artsen over het levenseinde. De universiteiten zouden hierin hun rol moeten opnemen, aldus de acht senatoren. Verder zouden artsen die een gewetensbezwaar hebben, dit voortaan binnen de zeven dagen moeten melden na de aanvraag. De huidige wetgeving zegt dat de arts dit “tijdig” moet doen, wat soms tot problemen leidde. Ziekenhuizen, woon- en zorgcentra en rusthuizen mogen artsen geen verbod opleggen om euthanasie uit te voeren. “Een dergelijk verbod is illegaal, aldus aangehaald door Mr. Sylvie Tack in haar doctoraatsthesis”. Dat verbod moet expliciet in de huidige euthanasiewetgeving worden opgenomen