Medi-Sfeer heeft er al een paar keer over bericht: de werkgroep Wachtposten van het Riziv bestaat niet meer. Ze is vervangen door een interadministratieve cel (IAC), die wordt bijgestaan door een begeleidingsplatform. De IAC heeft haar eerste huiswerk afgeleverd. Het betreft een nota die beoogt zo snel mogelijk (opnieuw) regionale coördinatoren voor de wachtposten aan te werven.
In de interadministratieve cel, die het toekomstige beleid rond de wachtposten zal aansturen, zitten alleen vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid en van het Riziv. De veldkennis van de werkgroep ‘Wachtposten’ maakt dus plaats voor een zuiver administratieve insteek.
Het begeleidingsplatform wordt belichaamd door 3 vertegenwoordigers van de artsensyndicaten, 3 vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, en 3 spoedartsen (uit de Nationale Raad voor dringende Geneeskundige Hulpverlening). Naargelang de agenda kunnen externe experts worden uitgenodigd.
De IAC heeft haar eerste nota aan het begeleidingsplatform voorgelegd. Vorige maandag belandde het document op de medicomut. “De nota herneemt gewoon alles waar we in de werkgroep Wachtposten al mee bezig waren”, zegt Kartel/ASGB-voorzitter Reinier Hueting. De IAC ambieert vooral het snelle aanwerven van regionale coördinatoren voor de wachtposten: één voor Vlaanderen, één voor Wallonië en één voor Brussel. De wervingsprocedure is in handen van het begeleidingsplatform.
“Daar had Kartel tijdens de onderhandelingen voor het huidige medicomut-akkoord sterk op aangedrongen”, aldus dr. Hueting. “We wilden vermijden dat het coördinerend werk naar de huisartsen werd doorgeschoven.”
De eerste taak van de coördinatoren zal bestaan in het verlenen van steun aan de wachtposten bij het verzamelen van gegevens over het aantal patiëntcontacten. Die gegevenscollecte gaat van start eind mei. In een eerste fase zal de collecte enkel plaatsvinden in wachtposten die daarvoor een geschikte software hebben, en die liggen in een wachtdienstgebied dat ook gegevens over de wachtdienst tijdens de week kan aanleveren. Voor de andere wachtposten zal in overleg met de coördinatoren naar een oplossing worden gezocht.
Een verdere taak voor de coördinatoren is overleg tussen de wachtposten en de spoeddiensten als het nummer 1733 eenmaal operationeel is. Ze moeten ook samen met de huisartsenkringen bepalen hoe de nog witte gebieden door wachtposten kunnen worden afgedekt. En ze zullen de geldstromen in kaart brengen: in sommige gebieden moeten de huisartsenkringen bijpassen om de wachtpost draaiende te houden, in andere gebieden is dat niet het geval. Hoe komt dat en welke oplossingen kunnen overwogen worden? Ten slotte zullen de coördinatoren helpen bij het opmaken van de globale financiële balans: zullen de samenwerkingsverbanden geld uitsparen, zoals de overheid het stelt?
De coördinatoren treden in dienst van het Riziv. Hiermee haalt men de angel uit een syndicale discussie: de vorige Vlaamse coördinator werd betaald vanuit Domus Medica, op verzoek van Wachtposten Vlaanderen. Maar dat was niet naar de zin van Bvas.