Meer dan de helft van de jongeren neemt jaarlijks geneesmiddelen op voorschrift, zegt een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Het ziekenfonds stelt de therapievrijheid niet in vraag, maar wel het gemak waarmee naar geneesmiddelen gegrepen wordt.
Niet minder dan 56% van de jongeren tussen twaalf en zestien jaar oud neemt jaarlijks minimaal één geneesmiddel op voorschrift. Dat blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, die daarvoor de facturatiegegevens van terugbetaalde medicijnen tussen 2013 en 2016 gebruikte.
De geneesmiddelen die jongeren het vaakst nemen, zijn antibiotica. 30% van de jongeren nam in 2016 gemiddeld 23 dagen antibiotica. Andere medicijnen die jongeren vaak nemen zijn pijnstillers van het type NSAID. Bijna een op de vijf jongeren kreeg in 2016 zo'n pijnstiller op voorschrift terugbetaald. Op de derde plaats van de meest gebruikte geneesmiddelen door jongeren, staat de groep met anti-allergische geneesmiddelen (genomen door 9,6% van de jongeren) en de geneesmiddelen tegen astma (7,3%).
Jongeren: specifiek gedrag
"Schrijven we onze kinderen te veel pillen voor?", vragen de OZ zich af. "Zonder individuele diagnose en info over de context van elke jongere valt dat moeilijk te zeggen." Wel kunnen we ons volgens de mutualiteit vragen stellen bij het gemak waarmee naar geneesmiddelen gegrepen wordt. Die wijst er daarbij ook op dat jongeren een patiëntengroep zijn met heel specifieke kenmerken en gedrag.
"Om gezondheidsproblemen bij jongeren aan te pakken, kunnen we hen en hun naaste omgeving enkel aanmoedigen om eerst aan niet-medicamenteuze oplossingen of aanpassingen van de levensstijl te denken, vooraleer naar medicatie te grijpen." De mutualiteit wijst onder meer op meer sporten, de strijd met schermverslaving aangaan of niet roken bijvoorbeeld. "Er zouden ook meerdere actoren betrokken kunnen worden bij de gezondheidseducatie, zoals middelbare scholen of jeugdbewegingen