In 2021 bedroeg de officiële ontwikkelingshulp van de Vlaamse overheid (ODA) 52,4 miljoen euro. Dat is 22 procent minder dan in 2020, toen het bedrag nog op 67,6 miljoen lag. Dat blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen. Een flink deel was bestemd voor gezondheid.
De Vlaamse ODA steeg van iets meer dan 32 miljoen euro in 2006 tot een bedrag dat schommelde rond 50 miljoen euro in de jaren daarna. In 2019 groeide de officiële ontwikkelingshulp opnieuw aan en bereikte met 67,6 miljoen euro een piek in 2020. Dat bedrag kwam toen overeen met 3,3 procent van de totale Belgische ODA.
De ontwikkelingshulp van de Vlaamse overheid is sterk geconcentreerd op Zuidelijk Afrika. Ongeveer 28 procent van de ODA vloeide in 2021 naar landen in die regio, waaronder de drie officiële partnerlanden van de Vlaamse overheid: Mozambique, Malawi en Zuid-Afrika. Verder gaat 3,7 procent naar Vlaanderen zelf.
Het grootste deel, namelijk 40 procent, gaat naar gezondheid, bevolking en reproductieve gezondheid. Naar milieubescherming en energie ging vijftien procent van de Vlaamse ODA. Ongeveer twaalf procent van de Vlaamse officiële ontwikkelingshulp was gericht op onderwijs.
