De Duitse Bondsdag heeft ingestemd met de opheffing van de nationale beperkingen die zijn ingevoerd om de coronapandemie in te dammen, ondanks de aanhoudend hoge besmettingscijfers. De wetgeving werd gesteund door 388 leden van het parlement, terwijl 277 leden tegen stemden en twee afgevaardigden zich van stemming onthielden.
Het wetsvoorstel was ingediend door de coalitieregering van de sociaal-democraten (SPD), de Groenen en de Vrije Democraten (FDP). Alle oppositiepartijen waren tegen.
Even later passerde het voorstel ook in de Bondsraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van de 16 deelstaten.
Als de wet wordt aangenomen, zullen overal in het land geldende mondmaskervereisten wegvallen, behalve in inrichtingen waar kwetsbare mensen zijn ondergebracht.
De deelstaten zelf kunnen echter nog steeds eisen dat er mondmaskers gedragen worden op het openbaar vervoer. Regionale parlementen zullen ook beperkingen kunnen opleggen in "hotspots" als het aantal gevallen plaatselijk weer toeneemt.
De beperkingen in verband met het coronavirus, zoals de test- en vaccinatievoorschriften voor de toegang tot verschillende delen van het openbare leven, zouden vanaf zondag in het hele land worden opgeheven, hoewel de staten gebruik maken van een overgangsperiode, wat betekent dat de maatregelen in realiteit tot 2 april van kracht zullen blijven.