Een recente studie onderzocht het effect van een gepersonaliseerde feedback van de therapietrouw bij NOAC’s op basis van een telecontrole van de inname van de geneesmiddelen bij patiënten met atriumfibrillatie (AF).
Een doeltreffende preventie van trombo-embolie met nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s) vereist een strikte therapietrouw, aangezien de halfwaardetijd ongeveer 12 uur bedraagt. In de praktijk wordt bij patiënten die NOAC’s gebruiken geen systematische controle van de anticoagulatie of van de geneesmiddeleninname uitgevoerd. Het doel van deze studie was om het effect na te gaan van een gepersonaliseerde feedback van de therapietrouw bij NOAC’s op basis van een telecontrole van de inname van de geneesmiddelen bij patiënten met atriumfibrillatie (AF).
In totaal werden er in deze gerandomiseerde, gecontroleerde, enkelblinde studie met gekruiste groepen 48 patiënten met AF opgenomen die NOAC’s kregen [24 onder rivaroxaban (OD) en 24 onder apixaban (BID)]. De therapietrouw van de patiënten werd geëvalueerd aan de hand van het gebruik van flesjes waarin de geneesmiddelen bewaard werden en waarvan de datum en het uur van elke opening draadloos werden doorgestuurd (MEMS, WestRock)(telemonitoring). De patiënten werden gedurende 6 maanden gevolgd (3 maanden observatie en 3 maanden feedback, in willekeurige volgorde). Tijdens de feedbackfase werden de patiënten opgebeld in het geval van een ‘onbeschermde dag’ (drie of meer opeenvolgende dosissen gemist voor de NOAC BID en één of meer dosissen gemist voor de NOAC OD, of in geval van overmatige inname de dag voordien).
De therapietrouw bedroeg 98% (geen enkele patiënt heeft zijn behandeling met een NOAC stopgezet, terwijl één patiënt werd overgeschakeld op een VKA wegens een trombo-embolie). Dankzij de telemonitoring was de therapietrouw zeer hoog, want 97,4% van de patiënt nam het geneesmiddel in en 93,8% hield zich aan het behandelingsschema. Directe telefonische feedback verbeterde de resultaten nog: de therapietrouw steeg met 1,6% (99%, p<0,001) en de trouw aan het behandelingsschema met 3% (96,8%, p= 0,001). Het aantal dagen ‘zonder bescherming’ daalde van 2,6 naar 1,5 (p=0,125) als gevolg van de telefonische feedback.
87,2% van de patiënten vond de monitor (pillenteller) praktisch in gebruik. Meer nog, 63,8% gaf aan dat ze dankzij de studie beseft hadden dat het belangrijk was om hun geneesmiddelen op het juiste moment in te nemen. Uiteindelijk vond 97,6% van de patiënten die een telefoontje hadden gekregen dat nuttig.
Met telemonitoring kon een hoge therapietrouw worden bereikt – verrassend hoog zelfs, volgens de auteurs van de studie – voor NOAC’s bij een niet-geselecteerde oudere bevolking. Dat is mogelijk te verklaren door de motivatie van de deelnemers, maar zeker ook door het gevoel dat ze gecontroleerd werden. Bovendien verbeterde de feedback op basis van de telemonitoring de therapietrouw. Die benadering zou weleens nuttig kunnen zijn bij bepaalde patiënten die als weinig therapietrouw worden beschouwd.
Desteghe L, Vijgen J, Dilling-Boer D, Koopman P, Schurmans J, Dendale P and Heidbuchel H. European Journal of Preventive Cardiology 2016;23(2S):51-2.