Zijn geneesmiddelen te duur? Het antwoord is even eenvoudig als duidelijk: ja en nee. Ontkennen dat het geneesmiddelenbudget zwaar doorweegt in de ziekteverzekering en dat er jaar na jaar overschrijdingen opgetekend worden, is de waarheid geweld aan doen.
Elio Di Rupo maakte zich daar recent nog publiekelijk zorgen over. Er is wel degelijk een probleem met de stijgende kost die het geneesmiddelengebruik met zich meebrengt. Het is nochtans intellectueel oneerlijk om met dat argument te schermen om de toegankelijkheid van de zorg voor minder gegoede patiënten aan te kaarten. Het remgeld, de bijdrage die patiënten uit eigen zak betalen voor terugbetaalde geneesmiddelen, is de voorbije 10 jaar immers systematisch gedaald in de ambulante sector, ondanks het toenemende geneesmiddelenverbruik.
Geneesmiddelen zijn duur. Dat is normaal. Voor een geneesmiddel op de markt kan komen, is er enorm veel onderzoek en ontwikkeling nodig om de veiligheid en de werkzaamheid aan te tonen. En dan ben je als producent helemaal nog niet zeker of je innovatief medicament ook effectief op de markt kan komen, aan een redelijke prijs en met of zonder terugbetaling. Stel dat dat allemaal goed gaat, ben je ook nog eens afhankelijk van het voorschrijfgedrag van artsen en de epidemiologie van de aandoeningen die binnen de toegelaten indicaties van je product vallen.
Al die investeringen moeten terug verdiend kunnen worden, anders is er niemand nog gek genoeg om daarin te blijven investeren. En u weet het of niet: België is één van die plekken in de wereld waar heel wat van die investeringen gedaan worden. Dure innovatieve geneesmiddelen terugbetalen rendeert dus onrechtstreeks in economische activiteit, tewerkstelling en prestige voor ons land.
Daarmee is de kous af?
Kunnen we daarmee verantwoorden dat duizenden euro’s per maand worden uitgegeven om één terminale kankerpatiënt nog wat langer te laten leven? Want daar gaat het vaak over. Biotechnologische geneesmiddelen die stukken duurder zijn dan klassieke moleculen en vaak alleen in het ziekenhuismilieu in extreme omstandigheden gebruikt worden.
Het is ook daar dat de overschrijdingen in het geneesmiddelenbudget zich voordoen. Is het dan wel eerlijk heel de farmaceutische sector en met name de actoren in de ambulante zorg daarvoor te laten opdraaien? De out of pocket-bijdrage van patiënten aan hun gezondheidszorg is in België relatief hoog (ongeveer 17%) in vergelijking met de ons omringende landen, maar ligt dat wel aan de geneesmiddelen?
Enkele cijfers om de discussie onderbouwd te kunnen voeren:
- De uitgaven voor terugbetaalde farmaceutische specialiteiten zijn van 2005 tot 2015 met 13,2% gestegen tot bijna 3,1 miljard euro. Dat is niet gecorrigeerd voor de indexering, die in die periode 18,5% bedroeg.
- Het verbruik van terugbetaalde farmaceutische specialiteiten in de ambulante sector is in diezelfde periode (uitgedrukt in defined daily dosage) toegenomen met 57,4%.
- Tegelijkertijd is de bijdrage die patiënten zelf betalen voor de terugbetaalde geneesmiddelen die ze gebruiken, gedaald met 8,7% van 517 miljoen euro tot iets minder dan 472 miljoen. In 2016 zal dat zelfs nog eens 10 miljoen minder zijn.
Belgen nemen dus steeds meer geneesmiddelen en betalen daar steeds minder voor. Sterker nog: het verschil wordt niet opgehoest door de ziekteverzekering. Het is de farmaceutische sector die al tien jaar fors inlevert. In zo verre dat het businessmodel van de farmaceutische industrie aan herziening toe is en dat de leefbaarheid van de officina-apotheek sterk in het gedrang komt.
Overconsumptie
Het toenemend verbruik heeft te maken met overconsumptie (onder meer gerapporteerd voor antidepressiva en protonpompinhibitoren die het maagzuur remmen), met de vergrijzing en allicht ook met het feit dat we steeds vroeger – terecht! – preventieve cardiovasculaire medicatie en andere geneesmiddelen voor chronische aandoeningen nemen. De besparingen werden niet gerealiseerd door rationeler geneesmiddelengebruik, maar door voortdurende prijsdalingen van geneesmiddelen waarvan het patent verlopen is.
Officina-apothekers stellen wel degelijk vast dat een behandeling soms onderbroken of stopgezet wordt door financiële redenen. Sinds enkele jaren kan het mechanisme van de maximumfactuur (MAF) daar soelaas in brengen. In de praktijk geeft deze MAF ook vaak aanleiding tot misbruik of voordelen aan mensen die het niet nodig hebben. De economische crisis laat zich gevoelen, maar het is pertinent onjuist dat mensen in de problemen komen door dure geneesmiddelen. Integendeel, in de ambulante sector worden ze zelfs goedkoper!
Minder centen, meer pillen
Is dat dan geen goeie zaak? Moeten we niet blij zijn dat we voor steeds minder centen steeds meer pillen kunnen slikken? In principe natuurlijk wel. Maar de cijfers maskeren een pijnlijk gemiste kans. De besparingen zijn gerealiseerd door de kaasschaaf te hanteren en de citroen uit te persen. Niet door de beperkte middelen die er zijn steeds gerichter en efficiënter in te zetten. Er is niet echt ingezet op rationeler voorschrijven op basis van wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen. De therapeutische vrijheid is immers heilig. Zelfs om gemeenschapsmiddelen te verspillen in economisch moeilijke tijden! Het geneesmiddelengebruik optimaliseren door bijvoorbeeld het gebrek aan therapietrouw aan te pakken, hebben we ook nagelaten. En de patiënt? Die heeft het onaantastbaar recht om overbodige medicatie te gebruiken voor minder geld.
Kom mij dus niet vertellen dat geneesmiddelen te duur zijn in België. Dat geldt slechts voor een heel specifiek marktsegment. En hou nu eens eindelijk op met alleen te besparen op de prijs. Wees ernstig en bespaar door de weinige middelen die er nog zijn voor te behouden voor efficiënte en wetenschappelijk verantwoorde diensten en producten en door verspilling te vermijden. God weet dat dat nog mogelijk is. Het is alleen net iets minder gemakkelijk dan van iedereen wat af te pakken, zoals regeringen dat plegen te doen tijdens begrotingsconclaven…