Atriumfibrillatie (AF) is de vaakst voorkomende klinische aritmie. Hoewel ze vaak asymptomatisch is, is ze niettemin verantwoordelijk voor minstens 15% van de cerebrovasculaire accidenten en vormt ze zelfs de belangrijkste oorzaak van CVA bij patiënten ouder dan 75 jaar. Met orale anticoagulantia, in combinatie met de behandeling van een eventuele hypertensie, kunnen we twee derde van die cerebrovasculaire accidenten voorkomen. Een vroege opsporing van AF is dan ook een belangrijke uitdaging voor de volksgezondheid.

Hoewel de screening op AF wordt aanbevolen door de ESC, gebeurt die niet routinematig. Griepvaccinatie vormt een ideale gelegenheid om AF op te sporen bij 65-plussers.

De auteurs van deze studie hebben onderzocht in welke mate een ecg dat met een smartphone wordt afgenomen (iECG; AliveCor^®), gevallen van AF kan opsporen bij 65-plussers die op consultatie gaan bij de huisarts voor een griepvaccinatie. De screening duurde gemiddeld 5 minuten (tussen 1,5 en 10 minuten) en werd uitgevoerd door speciaal daarvoor opgeleide verpleegkundigen.

Er werd een AF ontdekt bij 8 van de 973 patiënten (0,8%) die hiervoor hun medewerking verleenden. De gevoeligheid van het algoritme van de iECG bedroeg 95% en de specificiteit 99%.

De 2 belangrijkste drempels waren het gebrek aan financiële prikkel en de tijd die nodig is om een 12 afleidingen-ecg uit te voeren als het iECG niet interpreteerbaar was.

Een interessante vaststelling in deze studie was dat het voorschrift voor een oraal anticoagulans niet werd nageleefd door vier van de patiënten bij wie een onbekende AF werd ontdekt. Bovendien nam het aantal voorschriften voor plaatjesremmers toe, wat niet strookt met de richtlijnen. Dat wijst erop dat de opsporing van AF op zich niet volstaat en dat het nuttig zou zijn om een beslissingshulp toe te voegen om het voorschrijfgedrag te verbeteren.