De Europese Commissie vraagt de lidstaten om meer te investeren in preventieve gezondheidszorg. "Slechts drie procent van onze gezondheidszorgbudgetten uitgeven aan preventie, tegenover 80 procent aan de behandeling van ziekten, is eenvoudigweg niet genoeg", verklaarde eurocommissaris Vytenis Andriukaitis donderdag bij de presentatie van een studie over de gezondheidszorg in de lidstaten.
Volgens de studie, opgemaakt door de Oeso en de Europese waarnemingspost voor gezondheidszorgstelsels en -beleid, besteden de lidstaten slechts drie procent van hun gezondheidsbudgetten aan de preventie van niet-overdraagbare ziekten. België spendeerde in 2014 niet meer dan 2,1 procent. Nochtans zijn die ziekten vaak gelieerd aan risicofactoren die mensen zelf in de hand hebben: drinken, roken, lichaamsbeweging,... Op dat vlak scoort Europa niet goed. Zo kampt één op de vijf 15-jarigen met overgewicht of zwaarlijvigheid en nergens ter wereld wordt meer alcohol gedronken dan in Europa.
België ontsnapt niet aan die trends. Zo blijkt ook in België ongeveer 30 procent van de totale ziektelast toe te schrijven aan gedragsgerelateerde risicofactoren. Het aantal Belgen dat dagelijks rookt is de voorbije jaren weliswaar gedaald tot minder dan 20 procent, maar de Belgen blijven stevige drinkers (bijna drie op de tien volwassenen zegt regelmatig grote hoeveelheden alcohol te drinken) en ook obesitas is aan het toenemen. In vergelijking met hun Europese leeftijdsgenoten sporten Belgische jongeren ook weinig.
Volgens de Commissie moeten de lidstaten niet enkel meer geld uitgeven aan preventie, maar zich ook nog meer richten op de armere lagen van de bevolking. Ook in België komt roken en zwaarlijvigheid vaker voor bij laaggeschoolden. Zweden en Denemarken tonen dat die correlatie doorbroken kan worden. Daar wordt in de lagere inkomensklassen even vaak aan sport gedaan als in de hogere. De ongelijkheid bestaat ook bij de preventie van borstkanker. Zo liet 72,5 procent van de hoogopgeleide vrouwen tussen 50 en 69 jaar de voorbije twee jaar een screening uitvoeren, tegen 66 procent van de vrouwen die geen hoger onderwijs genoten.
Een tweede kostenbesparende les die de Commissie uit het rapport trekt, is de nood aan een sterkere eerstelijnszorg. Meer dan een kwart van de Europeanen moet wegens ontoereikende eerstelijnszorg naar de spoeddienst. In Slovakije gaat dat zelfs om meer dan 70 procent. België behoort hier tot de beste leerlingen van de klas, met een percentage van zo'n 10 procent. Volgens het rapport is ook de behandeling van chronische zieken in de eerstelijnszorg verbeterd, maar toch ligt het aantal vermijdbare ziekenhuisopnames voor aandoeningen als astma en diabetes in België nog steeds boven het EU-gemiddelde.