Pandemie trof alle sectoren midscheeps: het cijferoverzicht

Het Riziv maakte vorige week nog een voorzichtige schatting van de impact van de coronacrisis op de artsenhonoraria. Op het Verzekeringscomité van deze week passeerden meer globale cijfers en tegemoetkomingen de revue. Een analyse van 2020.

  • Met allereerst uiteraard in 2020 de uitzonderlijke voorschotten van 2 miljard aan algemene en psychiatrische ziekenhuizen. 
  • Het gmd 2020 werd eenmalig met 20 euro verhoogd en die kost van 172,599 miljoen in 2020 kwam uit het potje van onderbesteding bij ambulante zorg in het raam van de artsenhonoraria.
  • Teleconsultaties zijn nu mogelijk en over alle diensten heen werden er 11,3 miljoen geregistreerd, wat neerkomt op 238 miljoen (artsen: 226 miljoen voor 10,8 miljoen prestaties).
  • Het aantal consultaties en visites (inclusief telegeneeskunde) van artsen liep terug in 2020 met 0,8% ten opzichte van 2019.

Ambulante extramurale sector

Voor de extramurale ambulante sector liggen de in 2020 geregistreerde uitgaven 0,1% lager dan in 2019, met als dieptepunten april en mei.

o Een daling van de totaaluitgaven voor artsen - consulten, visites en advies (-0,2%); tandartsen (-12,1%), kine (-7,9%), orthopeden (-9,2%), opticiens (-12,0%), audiologen (-9,3%) en logopedisten (-9,7%);

o stijging van de totale uitgaven voor verpleging en verzorging (+7,0%), specialisaties - openbare apotheken (+3,1%), overige farmaceutische diensten (+3,7%), bandagisten (+1,7%) en vroedvrouwen (+8,0%).

Ziekenhuisuitgaven

De in 2020 geregistreerde ziekenhuisuitgaven liggen 4,1% lager dan in 2019.

o De artsenhonoraria (d.w.z. de helft van de totale ziekenhuisuitgaven) worden sterk beïnvloed door de crisis. De totaaluitgave voor deze post daalde met 9,0%.

o Voor farmaceutische specialiteiten was er geen significante daling van de uitgaven in 2020, maar wel groei.

o Voor farmaceutische specialiteiten was er geen significante daling van de uitgaven in 2020, maar de groei werd afgeremd door de crisis.

o Na een scherpe daling in spoedzorg tijdens de eerste lockdown volgde een inhaalbeweging van juni tot september 2020, vergeleken met 2019.

o De cijfers bevestigen dat niet-spoedeisende contacten, raadplegingen en behandelingen door ziekenhuizen werden uitgesteld in maart en april. Deze zorg werd geleidelijk hervat in de daaropvolgende maanden, maar de dat kwam niet neer op een de inhaalbeweging, zoals voor spoedhulp. Ook in november moesten sommige diensten worden uitgesteld tijdens de tweede golf met opnieuw  een sterke daling van de cijfers.

Per semester

Uit de analyse van de prestaties per semester is het volgende gebleken:

Eerste jaarhelft

  • Voor de extramurale ambulante sector een daling van 5,6% ten opzichte van 2019. In maart-juni, d.w.z. tijdens de eerste golf van de tijdens de eerste golf van de coronaviruscrisis, bedroeg de daling 11,1%.
  • In ziekenhuizen zien we een daling van 6,9% ten opzichte van 2019. In maart-juni, tijdens de eerste golf van de coronacrisis, bedroeg de daling 14,3%.

Tweede jaarhelft

  • Voor de extramurale ambulante sectoren een stijging van 5,7% ten opzichte van het eerste halfjaar.
  • In oktober-november, tweede golf van de coronacrisis, een toename van 5,1%.
  • In de ziekenhuizen een stijging van 1,3% ten opzichte van 2019. In oktober-november, tijdens de tweede golf van de coronacrisis, een stijging van 7,1%.

De totale minderuitgave voor tegemoetkomingen in de eerste helft van 2020 wordt geraamd op 1,227 miljard:

o 445 miljoen euro voor extramurale ambulante prestaties;

o 782 miljoen euro voor intramurale diensten.

De totale minderuitgave voor uitkeringen in de tweede helft van 2020 wordt geraamd op 247 miljoen:

o 150 miljoen extra uitgaven voor ambulante diensten

o 397 miljoen euro minder voor intramurale diensten.

Aanvullende financiering

Er werd aanvullende overheidsfinanciering gevraagd voor maatregelen met extra kosten ten opzichte van de begrotingsdoelstelling voor 2020. Deze maatregelen worden derhalve buiten de begrotingsdoelstelling opgevolgd. Op 7 december 2020 keurde de Algemene Raad van het Riziv een bedrag goedgekeurd van 1,242 miljard voor overheidsuitgaven ter bestrijding van de epidemie.

Deze maatregelen zijn ook geanalyseerd. Enkele observaties:

- De totale out-of-pocket-uitgaven bedragen momenteel 809 miljoen.

- 796,7 miljoen, of 98,5% van de totale uitgaven voor maatregelen die buiten de doelstellingen vallen, is toe te schrijven aan:

o COVID patiëntenbewaking: 22,7 miljoen

o Triage- en inzamelcentra: 55,7 miljoen

o Verpleging: aanpassing van basisuitkeringen en -pakketten: 126,9 miljoen

o Vergoeding van tests (exclusief serologische tests) - PCR en snelle tests: 236,8 miljoen (inclusief exploitatiekosten)

o Aanvullende beschermende maatregelen en materialen: 155 miljoen

o Buitengewone aanmoedigingspremie: 199,6 miljoen

- Het aantal opsporingstests (PCR-tests, antigentests, snelle antigen tests en serologische tests, klinisch-biologische tests via het nationale Covid-testplatform) voor COVID-19 tot en met 31 december: 5.351.481 tests, wat neerkomt op 229,648 miljoen. Dit bedrag omvat de de exploitatiekosten niet.

> Artsenhonoraria nog niet hersteld bij derde golf

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.