Het aandeel mensen met het hiv-virus dat toegang heeft tot een geneeskundige behandeling is voor het eerst boven de 50 procent gestegen. Dat meldt het agentschap UNAIDS van de Verenigde Naties donderdag in Genève. Het aantal mensen dat sterft aan aids halveerde dan weer van 1,9 tot 1 miljoen tussen 2005 en 2016.
Vorig jaar leefden er wereldwijd 36,7 miljoen mensen die besmet zijn met het hiv-virus, dat het immuunsysteem aantast en kan leiden tot aids. Van al die mensen krijgt 53 procent de geneesmiddelen die nodig zijn om het virus tegen te houden.
De grootste vooruitgang boekten het zuiden en oosten van Afrika. Het aantal nieuwe jaarlijkse infecties daalde daar met 29 procent sinds 2010. Het aantal aids-doden daalde met 42 procent. De levensverwachting steeg met 10 jaar in de 2 Afrikaanse regio's de afgelopen 10 jaar. "Nu we de epidemie kunnen bedwingen, verbeteren de gezondheidsresultaten en worden landen sterker", zei directeur Michel Sidibe van UNAIDS.
De algemene trend is positief, maar UNAIDS trekt toch aan de alarmbel over ontwikkelingen in het oosten van Europa en Centraal-Azië. Daar neemt het aantal hiv-infecties en aids-doden toe. Naar schatting 42 procent van de infecties in die regio's is te wijten aan besmette drugsnaalden.
Twee andere probleemgebieden zijn het noorden van Afrika en het Midden-Oosten. Amper een op de vijf mensen met hiv in die regio's krijgt er geneesmiddelen om het virus te onderdrukken, zegt UNAIDS.