De hervorming van de huwelijksstelsels die op 1 september 2018 in werking trad, voert een nieuwe maatregel in voor ongehuwde koppels die samen een onroerend goed kopen. Het betreft de anticipatieve inbreng.
Ongehuwde koppels die samen een onroerend goed aankopen, worden eigenaars in onverdeeldheid. Concreet betekent dit dat ze mede-eigenaar zijn van het goed in kwestie. Tot vandaag dienden de partners te huwen, en via een clausule in een huwelijkscontract de woning in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen van het koppel. Daar was een prijskaartje aan verbonden, meer bepaald notariskosten.
Sinds 1 september is het niet meer nodig om bij een huwelijk gebruik te maken van een huwelijkscontract om een woning die in onverdeeldheid is verworven in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen. Het nieuwe huwelijksvermogensrecht voert een nieuw begrip in: de anticipatieve inbreng. Voortaan kan de inbreng onmiddellijk in de aankoopakte van het goed worden opgenomen. Zo kan een ongehuwd koppel dat een onroerend goed in onverdeeldheid koopt voortaan vanaf de verwerving van het goed bepalen dat het automatisch in hun gemeenschappelijk vermogen wordt opgenomen zodra ze huwen. Op die manier worden extra kosten vermeden.
Waarom zou je een goed inbrengen in het gemeenschappelijk vermogen? In werkelijkheid komt het vaak neer op het beschermen van de langstlevende echtgenoot in geval van overlijden van een van de partners.