Een verpleegkundige uit een Zaventems woonzorgcentrum is woensdag door de Brusselse correctionele rechtbank schuldig verklaard aan het overlijden van een bewoonster van het centrum. Door een fout bij de opname van de bejaarde vrouw had die wekenlang een te hoge dosis ontstekingsremmers gekregen, waardoor haar immuunsysteem fel verzwakte en ze overleed aan een virus. De rechtbank verleende de verpleegster wel de gunst van de opschorting.
De bejaarde vrouw was eind oktober 2021 opgenomen in het woonzorgcentrum, na een kort verblijf in het ziekenhuis. In de weken daarop ging de gezondheidstoestand van de vrouw verrassend en zorgwekkend snel achteruit, zodat ze op 4 december al werd overgebracht naar het ziekenhuis.
Daar werd meteen vastgesteld dat er op de medicatiefiche van het woonzorgcentrum een fout stond. De vrouw moest Ledertrexate, een ontstekingsremmer, nemen, maar de dosis op de medicatiefiche was veel te hoog. Uiteindelijk overleed ze op 11 december 2021 in het ziekenhuis, en de autopsie en het toxicologisch onderzoek wezen uit dat het overlijden te wijten was aan die overdreven hoge dosis Ledertrexate. Die had het immuunsysteem van de vrouw zodanig verzwakt dat er sprake was van een meervoudig orgaanfalen.
Onderzoek bracht al snel aan het licht waar het was foutgelopen, namelijk bij de opname van de vrouw in het woonzorgcentrum. Op de medicatiefiche die het slachtoffer uit het ziekenhuis had meegekregen, stond aangegeven dat ze éénmaal per week een dosis Ledertrexate moest krijgen, maar de verpleegkundige van het woonzorgcentrum had zich bij de opname vergist en op de medicatiefiche van het woonzorgcentrum aangekruist dat ze die dosis dagelijks moest krijgen.
Het parket vervolgde de vrouw voor onopzettelijke doodslag door gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid, en voerde aan dat van een normaal voorzichtige zorgkundige mag verwacht worden dat ze die gegevens correct overschrijft. "Er is van enig kwaad opzet geen enkele sprake, maar het is wel die fout die geleid heeft tot het overlijden van het slachtoffer", klonk het. "Mogelijk zijn er nadien nog fouten gebeurd, maar zonder die eerste fout zou de vrouw niet zijn overleden."
Het openbaar ministerie vroeg voor de verpleegkundige wel geen straf, maar de opschorting. De verdediging vroeg echter vol overtuiging de vrijspraak. "De vraag is of dit een fout door gebrek aan voorzorg of onzorgvuldigheid was, of een verschoonbare vergissing", pleitte meester Toon Muysewinkel. "Wij zijn van mening dat het om het laatste gaat. Mijn cliënte is een gedreven zorgkundige die erg gewaardeerd werd door haar collega's en directie. Die bejaarde vrouw moest niet in haar afdeling worden opgenomen, maar het hoofd van die andere afdeling was ziek en de vervanger ook. Mijn cliënte heeft dan eenmalig die intake gedaan en heeft op een Excel-spreadsheet een kruisje geplaatst in een verkeerd vakje."
Het optreden van de zorgkundige was enkel een administratieve handeling, aldus de verdediging. "De medicatiefiche die op basis van de opname werd opgesteld, is nadien nagekeken en gevalideerd door de coördinerend raadgevend arts van het woonzorgcentrum, trouwens ook de huisarts van het slachtoffer. Nadien heeft op die afdeling meermaals een teamoverleg plaatsgevonden, waarop die arts aanwezig was en de toestand van de bewoners besproken werd. Tweemaal is hij als huisarts ook die bejaarde vrouw gaan bezoeken, nadat de familie aan de alarmbel trok omdat haar toestand achteruit ging. Tweemaal heeft diezelfde arts ook nog een nieuw voorschrift voor Ledertrexate opgesteld, opnieuw met dezelfde foute dosis." In totaal waren er volgens de verdediging minstens acht momenten gewe est waarop de vergissing had kunnen en moeten opgemerkt worden.
De rechtbank was echter van oordeel dat er wel degelijk sprake was van een fout door gebrek aan voorzorg of onzorgvuldigheid, gepleegd door de verpleegkundige, en dat het oorzakelijk verband tussen die fout en het overlijden vaststond. "Gezien de specifieke omstandigheden van dit dossier, vindt de rechtbank dat een straf niet aan de orde is", sprak de rechtbank wel. "De beklaagde wordt veroordeeld, maar krijgt een opschorting van straf."
De verpleegster moet ook geen schadevergoeding betalen aan de familie van het slachtoffer, die zich burgerlijke partij had gesteld. De rechtbank baseert zich daarvoor op artikel 18 van de wet op de arbeidsovereenkomsten, dat stelt dat bij een lichte fout de schadevergoeding niet ten laste kan worden gelegd van de werknemer. De familie van het slachtoffer moet zich dus tegen het woonzorgcentrum richten als ze een schadevergoeding wil.