Artificiële intelligentie schudt gezondheidszorg door elkaar

Dr. Philippe Coucke, diensthoofd van de afdeling radiotherapie van het Universitair Ziekenhuis van Luik en professor radiotherapie aan de ULiège, zorgt voor opschudding door aan te tonen hoe nieuwe technologieën de geneeskunde wijzigen.

Het aantal gezondheidsapps op de markt is amper nog bij te houden. Men spreekt over zogenaamde smartdrugs, intelligente geneesmiddelen. Gezichtsherkenning leidt tot onverwachte nevenproducten. Intelligente toiletten zijn bijvoorbeeld in staat een persoon te herkennen op basis van de gluteale en intergluteale plooien. Niemand zal nog ontkennen dat ontlasting en urine de mogelijkheid bieden om stalen te nemen die de bron zijn van talloze parameters. 

De beste! Echt waar?

De politieke wereld heeft de gewoonte te verklaren dat ons gezondheidszorgsysteem één van de beste van de wereld is. Het vaakst aangehaalde criterium is daarbij de toegankelijkheid van de zorg. Maar ziekenhuisafdelingen moeten de deuren sluiten, de groepering van diensten zorgt voor een verwijdering van bepaalde gespecialiseerde diensten, de kostprijs van zorg stijgt, enzovoort. Een steeds toenemend deel van de bevolking leeft onder de armoedegrens. De kloof wordt steeds groter tussen diegenen die zorg kunnen betalen en diegenen die daar niet in slagen. Het MAHA-rapport* van de bank Belfius toont bovendien aan hoe penibel de financiële situatie van de ziekenhuizen is. Tijdens de coronacrisis noteerden ze stuk voor stuk een deficit.

In de ziekenhuizen wordt het personeelsbestand steeds geringer en stelt men vaker dan ooit uitval door burn-out vast. Gezondheidszorgberoepen zijn steeds minder aantrekkelijk. Veel artsen verlaten het beroep of overwegen om dat te doen. Tegelijk explodeert als het ware de vraag naar zorg. De bevolking veroudert, chronische aandoeningen komen steeds vaker voor en de klimaatveranderingen hebben een negatieve invloed op de gezondheid. Patiënten beschikken over steeds meer hulpmiddelen die voortdurend een toenemende stroom aan data naar de medische wereld sturen. Zorgverstrekkers moeten rekening houden met een steeds groeiende toevloed aan gegevens, terwijl ze niet zijn opgeleid om deze data te interpreteren en te gebruiken. Ze moeten de gegevens omzetten in diagnoses, er adequate behandelingen uit afleiden, de effecten van de behandeling opvolgen en de behandeling bijna in real time aanpassen. Dat is een aanzienlijke belasting.

Nieuwe technologieën: onmisbaar

In de gegeven omstandigheden lijken robotisering en automatisering minstens een deel van de oplossing aan te reiken. In sommige buitenlandse instellingen heeft de robotisering het maximum bereikt dat vandaag haalbaar is. 

Ook telegeneeskunde explodeert momenteel. Potentieel kan telegeneeskunde in de toekomst leiden tot een vermindering van het aantal en de duur van ziekenhuisopnames. Het zal ongetwijfeld de gelijkwaardige tegenhanger worden van een live-raadpleging. Dat kan erg waardevol blijken in regio’s waar weinig medische zorg beschikbaar is.

Bepaalde grote bedrijven die gespecialiseerd zijn in apparatuur en diensten stellen comfortabele, een gebruiksvriendelijke omgeving ter beschikking van de bevolking. Bij live-raadplegingen kijkt de arts vaak naar zijn scherm in plaats van naar zijn patiënt. Niets van dat alles bij een teleconsultatie: de arts kijkt dan voortdurend naar zijn patiënt. Het colloque singulier kan er alleen maar wel bij varen.

Er bestaan ook interactieve terminals, hulpmiddelen om het medisch taalgebruik te begrijpen. Dat is uitermate nuttig in het besef dat (medische) ongeletterdheid een enorm probleem is.

Deze nieuwe hulpmiddelen kunnen de begeleiding van de patiënt versterken. Andere vormen van gebruik van nieuwe technologieën zijn de online aankoop van geneesmiddelen en medisch materiaal.

Er zijn echter niet uitsluitend positieve effecten. Culturele veranderingen moeten de tijd krijgen om aanvaard te worden. Geconfronteerd met lange wachttijden om een afspraak vast te leggen met een specialist, geven steeds meer burgers aan dat ze een toevlucht willen nemen tot deze nieuwe technologieën. Remote monitoring is een andere mogelijkheid. Port-a-cath meten verschillende parameters bij oncologische patiënten en verminderen het risico op een ziekenhuisopname. Patches registreren doorlopend biologische gegevens. Men kan voortdurend echografieën uitvoeren, gekoppeld aan een analyse van de beelden. Er bestaan onderling verbonden bedden. Dat alles moet bijdragen aan de stratificatie van patiënten in functie van hun pathologische karakteristieken en zo te komen tot beter gerichte interventies.

Maar hoe zit het met het menselijke aspect?

Omdat de menselijke mankracht niet volstaat om alle beschikbare informatie te behandelen, moet er een beroep worden gedaan op artificiële intelligentie. Het maakt het mogelijk de juiste signalen te ontvangen op het juiste moment en daar een adequate reactie bij voor te stellen. Het maakt het mogelijk op een gedecentraliseerde manier klinische tests uit te voeren en dat op een meer efficiënte manier dan bij klassieke tests. Eindpunt zijn tests in het echte leven waardoor real world evidence (RWE) ontstaat, die de valkuil van een te strenge selectie van patiënten weet te omzeilen. Hiervoor is het gebruik van geïnformatiseerde medische dossiers noodzakelijk. Momenteel bevatten die echter te weinig gegevens. Er bestaat amper of geen coördinatie, standaardisatie of interconnectiviteit tussen de dossiers van de verschillende zorgverstrekkers. En de invoer van gegevens is een saaie bezigheid. 

De hulp van “medische pennenlikkers” die de informatie noteren die een raadpleging oplevert, zou daarom meer dan welkom zijn. Zij zouden – binnen de grenzen van het respect voor vertrouwelijkheid – belast worden met de verspreiding van informatie nuttig voor onderzoek. Ook hier moeten we op een struikelblok wijzen: het systeem moet meer dan ooit worden beveiligd. De Europese Unie is zich goed bewust van het probleem en werkt een Health Data Hub uit. Artificiële intelligentie kan het totaalpakket van gegevens opschonen en het verlossen van nutteloze of niet-significante data. Met de hoogwaardige apparatuur waarover men beschikt, is het mogelijk veel verder te gaan dan met uiteindelijk weinig betrouwbare gegevens die zintuigelijk worden verkregen. Ons gezichtsvermogen, onze oren, om nog maar te zwijgen van ons reukvermogen kunnen ons misleiden. Er bestaan hoogwaardige apparaten die momenteel een twintigtal aandoeningen kunnen diagnosticeren op basis van de uitgeademde lucht. Een intelligente stethoscoop gebruikt door ouders maakt het mogelijk bij kinderen de eerste symptomen van een respiratoire aandoening te detecteren. Een andere is uitgerust om het hartritme te analyseren.

Verandering van filosofie

Dit alles brengt ons van onnauwkeurige geneeskunde naar precisiegeneeskunde. Artificiële intelligentie stelt ons in staat om rekening te houden met veel meer parameters dan vandaag. Zo kunnen de socio-economische situatie, de levensstijl, de fysiek omgeving en de woonomstandigheden mee in rekening worden gebracht. Dit noemen we “exposoom”. Zo’n analyses worden al uitgevoerd met gespecialiseerde systemen. Maar ook hier moet er werk worden gemaakt van meer interoperabiliteit. En hoe zit het met de privacy? Moeten we niet evolueren naar “datafilantropie”? Dit betekent dat we accepteren dat persoonsgegevens nuttig kunnen zijn voor de ontwikkeling van volksgezondheidsinstrumenten, voor de keuzes in een preventief beleid, voor therapeutisch prioriteiten, voor de financiering van het gezondheidssysteem enzovoort. Het lijdt geen twijfel dat we nu al achterlopen zowel vanuit wetenschappelijk en technisch vlak als op financieel niveau en inzake mankracht. Nochtans zal menselijke intelligentie, gekoppeld aan artificiële intelligentie, steeds beter zijn dan menselijke intelligentie alleen.

* https://www.belfius.be/about-us/fr/actualites/analyse-maha-2021

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.