De Russische inval in Oekraïne heeft de voorbije drie jaar een groot aantal vluchtelingen naar ons land gebracht. Vooral tijdens het eerste jaar van de oorlog hebben veel Oekraïners bescherming gezocht in België, maar ook nu komen hier nog altijd ruim duizend mensen per maand aan.
De Europese Unie had al een tiental dagen na de invasie beslist dat Oekraïners in de EU-landen tijdelijke bescherming kunnen krijgen. Zo hoefden de Oekraïense vluchtelingen de traditionele asielprocedure niet te doorlopen en kregen ze meteen verblijfsrecht en toegang tot huisvesting, sociale bijstand, gezondheidszorg, de arbeidsmarkt en onderwijs. Oorspronkelijk zou de bescherming gelden voor minstens een jaar. Intussen is de maatregel al verlengd tot 4 maart 2026.
Volgens cijfers van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) hebben van maart 2022 tot en met januari 2025 in totaal 93.343 mensen dat statuut van tijdelijke bescherming gekregen in ons land. Het gaat uiteraard vooral om mensen met de Oekraïense nationaliteit. Maar ook vreemdelingen die in Oekraïne woonden, kunnen dat statuut krijgen.
Vooral in het eerste jaar van de oorlog hebben veel Oekraïners bescherming gezocht in België. Alleen al in maart 2022 hebben zich 26.507 mensen aangemeld. Tegen het eind van het jaar was dat aantal aangegroeid tot in totaal 63.356 mensen. In 2023 en 2024 ging het om respectievelijk 15.626 en 13.277 Oekraïners. Vorige maand hebben nog 1.084 personen het statuut van tijdelijke bescherming gekregen.
Vrouwen (59 procent) vormen de meerderheid onder de Oekraïners met tijdelijke bescherming in ons land. Bijna een derde van de Oekraïners was minderjarig. Voorts blijkt uit cijfers van Statbel dat tot en met 24 december 2024 in totaal 1.433 niet-begeleide minderjarigen het statuut van tijdelijke bescherming hebben gekregen, van wie er 234 jonger waren dan twaalf
Hoeveel Oekraïners vandaag nog altijd in België verblijven, kan niet met zekerheid worden gezegd. Wel is duidelijk dat van de meer dan 93.000 Oekraïners die tijdelijke bescherming kregen, er volgens het Rijksregister 66.619 zijn ingeschreven in een Belgische gemeente.
Aangenomen wordt dat een deel van de Oekraïners zich na hun bescherming nooit bij een gemeente heeft aangemeld. Ook zijn 17.374 personen met tijdelijke bescherming weer uit het register geschrapt. Het gaat dan onder meer om mensen die vertrokken zijn uit België, die overleden zijn, of om mensen die bij een adrescontrole niet (meer) op de opgegeven plaats bleken te wonen.
De toestroom van mensen uit Oekraïne stelde de regionale overheden ook voor uitdagingen op het vlak van huisvesting. Aanvankelijk was zowat een kwart van de Oekraïense vluchtelingen in ons land aangewezen op opvang. Vandaag ligt dat cijfer lager: van de 13.277 Oekraïners die zich vorig jaar in ons land hebben aangemeld, had volgens Fedasil nog 15 procent (1.953 personen) nood aan hulp bij huisvestiging. Zij worden doorverwezen naar steden en gemeenten verspreid over heel België.
Van de 38.750 Oekraïners die in Vlaanderen geregistreerd zijn, doen er vandaag nog ongeveer 3.800 een beroep op de publieke opvangplaatsen, zo blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Binnenland Hilde Crevits. "Er kan worden gesteld dat het overgrote gedeelte onderdak heeft gevonden op de private huurmarkt."
Daardoor kan Vlaanderen ook de opvangcapaciteit afbouwen, nadat begin 2023 op de verschillende publieke opvanglocaties in totaal nog zowat 9.200 slaapplekken waren voorzien.
Zo wordt ook de capaciteit weer verminderd in de drie zogenoemde nooddorpen die in Vlaanderen waren opgetrokken. Het nooddorp in Mechelen werd eind 2024 al gesloten, dat van Antwerpen zal in maart dicht gaan. Volgens de gegevens van het kabinet-Crevits verbleven daar half januari nog ongeveer 330 personen. Het nooddorp Gent, waar momenteel 385 mensen verblijven, blijft wel nog minstens een jaar actief.